Er wordt gewerkt aan de realisatie van het Brabantse snelfietsroutenetwerk. Naast het realiseren van nieuwe infrastructuur is er ook aandacht voor gerichte communicatie, een fietsstimuleringsprogramma en monitoring van gebruik en gebruikers. Voor deze monitoring is het van belang dat de situatie voor en na de realisatie van de snelfietsroutes goed in kaart worden gebracht. Eind 2018 is de nulmeting uitgevoerd voor de trajecten die de
komende jaren gerealiseerd worden (Tilburg - Waalwijk, Waalwijk - ’s-Hertogenbosch, Eindhoven - Helmond, Breda - Tilburg, Uden – Veghel en Nistelrode - Uden). In totaal hebben 2.176 fietsers aan de online vragenlijst meegewerkt. Werving vond plaats door een flyeractie en uitnodigingen via social media en de website van Onsbrabantfietst.nl.

Voor alle trajecten geldt dat een ruime meerderheid (78-97%) de reistijd van de eigen fietsroute met de fiets langzamer inschat dan de reistijd met de auto. Ongeveer de helft is van mening dat fietsen (veel) sneller is dan het openbaar vervoer. De belangrijkste reden om voor de huidige fietsroute te kiezen is dat het de kortste of snelste fietsroute is. Voor alle trajecten geldt dat een ruime meerderheid de kenmerken van de huidige
fietsroute positief beoordeelt. Dit aandeel varieert van 58% (Breda - Tilburg) tot 71% (Nistelrode - Uden).

De totaaloordelen van de fietsroutes lopen uiteen van 5,9 tot 6,7. De belangrijkste verbeterpunten zijn de huidige verkeersveiligheid, het onderhoud en de kwaliteit van de routes. De meest genoemde maatregel om het fietsgebruik te stimuleren, is een (financiële) vergoeding.

Het aandeel fietsers waarvoor de nieuwe route (zeer) waarschijnlijk een alternatief is varieert van 36 tot 55%. Het aandeel fietsers dat vaak gebruik denkt te maken van de nieuwe snelfietsroute ligt tussen de 43 en 72%. De meeste mensen die hebben gehoord over de nieuwe snelfietsroutes, hebben dit in de krant gelezen.

Aandachtspunten vervolgonderzoek
■ Vervolgonderzoek op gelijke wijze uitvoeren, onder vergelijkbare omstandigheden.
■ Bij vergelijking van de resultaten aandacht voor het verschil in type meetpunt (op de
snelfietsroute of op de alternatieve route).
■ Combinatie van wervingsmethoden direct toepassen (in plaats van sequentieel).
■ Extra inzetten op scholieren of deze juist buiten het onderzoek laten.