Drukte op fietspaden: hoe pak je dat aan?

  • Soort:Nieuws Fietsberaad
  • Datum:27-06-2019
De fiets zit in de lift. En dat is te merken. Vooral in grote steden als Amsterdam en Utrecht is het dringen geblazen. Maar ook in gemeenten als Zwolle, Leiden en Groningen gaat inmiddels bijna de helft met de fiets. Een nieuw rapport van CROW-Fietsberaad zoemt in op de problemen, en op mogelijk oplossingen.

amsterdam.jpg‘Kennis en ontwikkelingen rond drukte op fietspaden’, luidt de titel en het rapport omvat een aantal resultaten van onderzoeken en pilots die de afgelopen drie jaar zijn uitgevoerd. En wat je er als lokale wegbeheerder van kunt leren.

Hoe druk?
Het rapport begint met de constatering dat je drukte kunt uitdrukken in aantallen fietsers, maar ook van belang is hoe fietsers daarover denken. Uit onderzoek blijkt dat bijna 1 op de 10 fietsers problemen met de drukte heeft. Men kiest dan bijvoorbeeld voor een andere route of een ander tijdstip om die drukte te vermijden. Of men laat de fiets dan maar staan. En dat willen we toch niet. Reden om de mening van de fietsers serieus te nemen als het gaat om het vaststellen van problemen en het bedenken van oplossingen.

Dat gebeurde bijvoorbeeld bij onderzoek naar drukte op tweerichtingsfietspaden en fietsstraten. CROW-Fietsberaad ging na wat het verband is tussen fietspadbreedte, gebruik en waardering van de fietsers en bij fietsstraten ook de auto-intensiteiten. Dat resulteerde in concrete aanbevelingen cq. rekentools waar de verkeersontwerper direct mee aan de slag kan om maatregelen te nemen waar fietsers zich veilig bij voelen.

Alternatieven
Meer in het algemeen kun je natuurlijk met infrastructurele maatregelen de capaciteit van fietsvoorzieningen te vergroten. Maar dat houdt een keer op. Dus moet ook naar andere oplossingen gezocht worden. Bij de ontwikkeling van nieuwe woonlocaties is het bijvoorbeeld zaak serieus aandacht te besteden aan de positie van de fietsers en te zorgen voor voldoende ruime verbindingen.

mailisingel.pngWaar problemen zich nu voordoen, kun je ook denken aan het omleiden van verkeer, hetzij fiets- hetzij autoverkeer, om meer ruimte te scheppen. In Utrecht deed men dat door de Maliesingel om te bouwen tot fietsstraat. Op een gemiddelde werkdag nam het totale aantal fietsers daardoor toe van ruim 5.000 naar ruim 6.400. Het autogebruik daalde van 6.000 naar ruim 4.100.

Fietsers zijn soms ook best bereid een andere route te nemen om grote drukte te vermijden. In Groningen lukte het bijvoorbeeld aardig om fietsers vaker te laten kiezen voor een alternatieve minder drukke route naar de Zernike Campus. Bij de campagnes werd vooral op eerstejaars studenten ingezet, omdat zij nog geen gewoontegedrag vertonen op de fiets.

Waar de fysieke ruimte ontbreekt om fietspaden te verbreden, kan men er in ieder geval voor zorgen dat de beschikbare breedte volledig wordt benut door ze ‘vergevingsgezind’ te maken, dat wil zeggen dat trottoirbanden en obstakels niet tot valpartijen leiden.
vergevingsgezind.jpg

Soms blijkt dat met kleine infrastructurele aanpassingen de doorstroming van fietsers al flink is te verbeteren. Amsterdam heeft daarin het voortouw genomen met verschillende aanpassingen op en nabij kruispunten, bijvoorbeeld door de opstelvakken te verruimen, om zo de fietscapaciteit te vergroten.

Bij verkeerslichten valt vaak ook nog wat te winnen. Zo maakt onderzoek van CROW-Fietsberaad duidelijk dat je met aanpassingen van de opstelruimte bij verkeerslichten capaciteitswinst kan boeken. Ook daarvoor is inmiddels een handige tool beschikbaar.
En in Rotterdam detecteert men grotere groepen fietsers met een warmtesensor, waardoor ze als groep voorrang bij de verkeerslichten kunnen krijgen. In Groningen ontstond lang geleden al het vier-richtingen-groen. En ook zijn inmiddels verschillende systemen die fietsers adviseren welke snelheid nodig is om groen te halen.

Speed-pedelec
Inmiddels is in Amsterdam de snorfiets van het fietspad verbannen en verschillende gemeenten overwegen dit voorbeeld te volgen. Niet alleen vanwege de drukte maar ook omdat snorfietsers vaak te hard rijden en zo verkeersveiligheidsrisico’s met zich meebrengen. Ook werd onderzoek gedaan naar het verplaatsen van wielrenners van het fietspad naar de rijbaan, maar nog onduidelijk is wat precies de verkeersveiligheidsrisico’s zijn.

Dat geldt ook min of meer voor de speed-pedelec. Die moeten in de bebouwde kom ook naar de rijbaan, maar in Gelderland heeft de provincie een maatregel doorgevoerd waarbij de speed-pedelec-berijders op enkele locaties binnen de bebouwde kom gebruik mogen maken van het fietspad. Ook hierover is het laatste woord nog niet gezegd.

Wordt vervolgd
Dat laatste geldt trouwens ook voor de problematiek van overvolle fietspaden, want de ontwikkelingen op en rond het fietspad staan niet stil. Zo zullen er allerlei soorten nieuwe voertuigen op het fietspad verschijnen: e-steps, hoverboards, biro’s, enzovoort, en de vraag is hoe daar mee om te gaan.

De vakwereld kan zich in de discussie over het fietspad overigens niet beperken tot de wegindeling en richtlijnen. De toenemende aandacht voor voetgangers, de ontwikkeling van stedelijke distributie, stedelijke verdichting, de opkomst van de zelfrijdende auto, enz. vraagt om een bredere perspectief: hoe ziet de toekomst van de steden eruit? En welke rol spelen de fietspaden daarin?

Wordt vervolgd dus. In de Tweede Etappe van de Tour de Force (Nationale Agenda Fiets) is de toekomst van het fietspad een belangrijk focuspunt bij twee hoofdthema’s: “Fiets in de stad” en “Hoogwaardig fietsnetwerk”. Vanuit de Tour de Force is daarom het initiatief genomen om een gezamenlijke kennisagenda op te stellen voor de ‘toekomst van het fietspad’.

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Drukte op fietspaden: hoe pak je dat aan?

Scroll naar boven