Het startpunt twintig jaar geleden markeerde een andere manier van omgaan met de fietser als belangrijke spil in de ontwikkeling van centrum- en stationsgebieden en het stimuleren van de fiets-trein combinatie als vorm van duurzame mobiliteit. Het markeerde ook het blijvend veranderde aanzicht van de stationsomgevingen in Nederland, zo stellen de auteurs Folkers Piersma en Wout Ritzema van Prorail. ‘In die tijd hebben ProRail, provincies, gemeentes en NS gemiddeld 25.000 fietsparkeerplaatsen per jaar gerealiseerd. En het einde is nog lang niet in zicht.’

Ze beginnen het boek met de fietsende treinreiziger. Wat vindt die belangrijk? Van daaruit zoomt het boek in op de planontwikkeling van fietsparkeervoorzieningen en de architectuur.

Ook de kosten komen aan bod, inclusief die voor exploitatie, beheer en onderhoud. Verder biedt het boek een overzicht van fietsenstalling bij stations en aantallen parkeerplekken per station naar stallingstype.

Het 256 pagina’s dikke boekwerk telt ca. 180 afbeeldingen. ‘Het neemt je mee door twintig jaar verandering van het fietsparkeerlandschap. Langs de eerste ontwerpen en het bouwen van de kleinste stallingen – Engelshoven met 16 plekken – tot de grootste stalling ter wereld, met capaciteit van maar liefst 12500 plekken, die ik in 2019 mocht openen in Utrecht’, schrijft staatssecretaris Stientje van Veldhoven van I&W in een voorwoord.

Het boek is te koop via de boekhandel. Het heeft ‘English summaries’ van elk hoofdstuk en een ‘English introduction’ in de Nederlandse fietscultuur, Nederlandse treinstations en de fiets-treincombinatie.