Wie de factsheets Recreatief fietsen van
2023 en
2024 van het Fietsplatform naast elkaar legt zou op het eerste gezicht de indruk kunnen krijgen dat het aantal recreatieve fietsers in Nederland sterk is gedaald tussen 2020-2021 en 2022-2023: van 76 naar 58 procent. Maar de cijfers zijn gebaseerd op andere databronnen met een andere vraagstelling. Volgens het Fietsvakantieonderzoek van Kien Onderzoek in opdracht van Fietsplatform (met ruim 5.000 deelnemers) fietste 76 procent van de inwoners van Nederland van 16+ in 2021 voor het plezier. Volgens het Nederlands Vrijetijdsonderzoek van het Nationaal Bureau Toerisme en Congressen (met ruim 28.000 deelnemers) maakte 58 procent van de Nederlanders van 18+ tussen november 2022 en november 2023 wel eens een fietstocht van een uur of langer. Deze cijfers die zich moeilijk met elkaar laten vergelijken.
Fietstype
De Landelijke kennisrapportage Recreatief fietsen 2024 is dan ook vooral een update van de
editie van 2023 met nieuwe (betere) bronnen. Zo is er ook een opmerkelijk verschil te zien in het type gebruikte fietsen voor recreatieve fietstochten. Onderzoek uit 2021 liet een verdeling zien van 52 procent e-fiets, 16 procent toerfiets en 16 procent gewone fiets. De nieuwe bron rapporteert een veel groter gebruik van de gewone fiets: 47 procent e-fiets, 35 procent gewone fiets en 11 procent toerfiets.
Nieuwe databronnen
In de rapportage van 2024 zijn het Nederlands Vrijetijdsonderzoek 2022-2023 van het Nationaal Bureau Toerisme en Congressen, verkoopcijfers van de BOVAG en RAI-vereniging en de Landelijke routedatabank van Fietsplatform als databronnen toegevoegd. Net als vorig jaar heeft Fietsplatform aparte factsheets per provincie opgesteld. Hierbij is ook gebruik gemaakt van nieuwe databronnen.
Fietsplatform houdt in het document
Kennisdata Recreatief fietsen een actueel overzicht bij van bronnen van relevante cijfers over recreatief fietsen.
Bron: Fietsplatform