Goed dat er gekeken is, hoe buitenmaat-fietsen in de openbare ruimte kunnen rijden. 
Maar er zijn wel enkele opmerkingen te maken over de manier van testen:
- Ik lees in het artikel, dat de opdracht was om in de bocht door te trappen. Dat mag je wel verwachten van fietsers op een doorgaande fietsroute. Maar bij het afslaan naar een zijweg hoef je dat niet te doen. En daarmee is een fiets ineens een stukje stabieler. Mogelijk moet je dan zelfs stoppen om voorrang te verlenen. Niet voor niets kunnen ook in de bestaande situaties buitenmaat-fietsen meekomen met het verkeer. En daar kom je bochtstralen van 5 meter of minder overal tegen.
-Daar bovenop is er getest met onervaren proefpersonen op deze voertuigen. Mag je er dan van uit gaan, dat zij representatief zijn voor de gemiddelde fietser in de openbare ruimte? Ik denk het niet. En dat haalt de uitkomsten van dit onderzoek onderuit.

Het is goed, dat er met de ontwikkelingen van nieuwe voertuigen meegedacht wordt, maar we mogen in ons land ook best beperkingen opleggen. Niet voor niets wordt er misprijzend over fatbikes gedacht, over elektrische steps, over groepen wielrijders op zondag, etc. 
Niet alles moeten we maar faciliteren in ons (over)volle land....

Fred Meekes,
gemeente Zaltbommel