Platform Veilig fietsen

Ongevallen met lichte elektrische voertuigen (LEVs) - inzichten vanuit de literatuur

  • Soort:Onderzoeksrapporten
  • Datum:03-05-2021
In het kader van de beleidsvoorbereiding voor een nieuw nationaal toelatingskader voor lichte elektrische voertuigen (LEVs), is aan TU Delft gevraagd om op basis van een literatuurstudie onderzoek te doen naar de ongevallencijfers van LEVs.


  • Dit is een notitie met de belangrijkste inzichten uit de nationale en internationale literatuur m.b.t. ongevallen met de zogenaamde lichte elektrische voertuigen (LEVs). Deze notitie is geschreven in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De aanleiding en het doel, zoals verwoord door het ministerie, zijn:
     

    Aanleiding

    Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is bezig met een nieuw nationaal kader voor toelating tot de weg van lichte elektrische voertuigen (LEVs). Lichte elektrische voertuigen zijn onder andere: e-fietsen, e-steps, e-bakfietsen (ook grote bakfietsen voor vervoer van personen of goederen), BSO bus, e-skateboard, monowheel, onewheel, hoverboard en de Segway. Kenmerken zijn:
     

    • Voertuigen die elektrisch worden aangedreven (of innovatiever), maar geen verbrandingsmotor
    • Al dan niet een zadel en/of trapondersteuning hebben.
    • Maximumconstructiesnelheid > 6 km/u en ≤ 25 km/h
    • Verschillende functies: individueel vervoer, goederenvervoer, vervoer van passagiers

    Een van de opties bij het nieuwe kader is het stellen van eisen aan de gebruiker. Hieronder worden verstaan: helm, minimumleeftijd, rijbewijs. De keuze voor eventuele gebruikerseisen hangt mede af van de risicoprofielen van de verschillende typen LEVs. Daarom willen we een “deep dive” in de ongevallencijfers van de verschillende typen LEVs en inzicht in hoe groot de kans is op een ongeval en hoe groot de kans daarbij is op letsel en wat voor soort letsel.
     

    Doel

    Welke data, feiten en cijfers zijn te vinden in nationale en internationale (wetenschappelijke?) literatuur en rapporten over (de kans op) ongevallen met lichte elektrische voertuigen (< 25 km/u) en over (de kans op) letsel dat daarbij wordt opgelopen?

    Wat zijn de belangrijkste factoren bij het ontstaan van ongevallen met LEV’s in binnen- en buitenland en tot welk(e mate van) letsel leiden deze ongevallen?
    De onderzoeksvragen zijn:
     
    • Welke LEV-ongevalsstudies zijn er uitgevoerd?
    • Welke ongevalsstudies m.b.t. andere vergelijkbare gemotoriseerde voertuigen < 25 km/u zijn relevant? Welk type ongevallen zien we, met welk type voertuigen en in hoeverre lijken die voertuigen op LEVs? Graag van deze studies een extrapolatie naar LEVs.
    • Verschil tussen deelmobiliteit en particulier bezit: andere aantallen en andere typen ongevallen, andere gebruikers, analogie met deelauto en deelfiets?
     

    Conclusies

    De belangrijkste conclusies van het rapport zijn:
     
    • De ongevalsregistratie bij LEVs is onvoldoende en onvolledig.
    • Letsel bij de e-step ongevallen verschilt duidelijk van letsel bij fietsen en e-fietsen.
    • In de beperkte ongevalsdata zien we dat veel ongevallen bij de e-step gebeuren door onervaren gebruikers, zowel wat betreft het voertuig als wat betreft de regelgeving.

    Op basis van de huidige ongevalscijfers is het onmogelijk om risicoprofielen op te stellen voor de verschillende typen LEVs.

    Klik hier om de notitie te downloaden

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Ongevallen met lichte elektrische voertuigen (LEVs) - inzichten vanuit de literatuur

Scroll naar boven