Gedrag kan op verschillende manieren worden gestuurd, stelt het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in het rapport 'Opstappen als het kan, afstappen als het moet'. In de eerste plaats kan dat door in te spelen op de menselijke aard. Mensen nemen niet altijd rationele, weloverwogen beslissingen; gedrag is vaak intuïtief en onbewust. In de tweede plaats kan gedrag worden gestuurd door gebruik te maken van de sociale omgeving.
Zo is het van belang dat ouderen zich meer bewust worden van de risico's die je als fietser in het verkeer loopt. De vuistregels die mensen hanteren, kunnen leiden tot cognitieve vertekeningen. En die vertekeningen leiden tot een ‘illusie van onkwetsbaarheid’. Verder is veilig gedrag bijvoorbeeld te sturen door gebruik te maken van rolmodellen, relevante personen in de omgeving, zoals de huisarts en familie. Ook is het zaak dat oudere fietsers aan hun vaardigheden kunnen werken zodat ze beter kunnen omgaan met gevaarlijke situaties. Dit kan bijvoorbeeld met fietscursussen en trainingen in de praktijk.