Als 25-jarige surfde ik soepeltjes door het verkeer. Elke ochtend op topsnelheid van de rand van Utrecht naar het station hartje stad. Verkeerslichten waren om te waarschuwen: kijk hier even wat meer om je heen. In volle vaart slalomde ik om slome medefietsers. Ik was onkwetsbaar, een superfietser. Pakweg 25 jaar later kijk ik veel meer uit. Echt bang ben ik niet, maar die air van onkwetsbaarheid is weg. Ik ga op tijd weg, heb nog zelden haast op de fiets en stop voor rood licht.
Mijn verhaal is heel herkenbaar voor veel oudere fietsers boven de 40. Oudere fietsers zijn een risicogroep in het verkeer. In een grafiek zie je de lijn vanaf 55 stijgen en vanaf 75 zo’n beetje als een raket de lucht in gaan. Met de jaren worden mensen stijver, trager, breken eerder iets, maar er gebeurt ook iets in het hoofd. Dat zie je bijvoorbeeld bij kruispunten waar fietsers in alle vier richtingen tegelijkertijd groen krijgen. Soms nemen oudere fietsers uit voorzorg de voetgangersoversteek of ze wachten net zolang tot iedereen al is voorgegaan. Sommigen wachten zo lang dat het licht alweer op rood staat als zij eraan toe zijn over te steken. Waarom?
Lees het volledige artikel van Karin Boer op de website van de Fietsersbond.