Alle kinderen kunnen fietsen

Alle kinderen kunnen fietsen

Organisator: Tour de Force
Datum: 8-2-2018, 12:30 - 17:00
Locatie: Hoofdkantoor ANWB, Wassenaarseweg 220 Den Haag
Op 8 februari organiseert de Tour de Force een symposium ‘Alle kinderen kunnen fietsen’. De middag staat in het teken wat er allemaal gebeurt bij gemeenten om kinderen op de fiets te krijgen, een fiets te bezitten en de schoolomgeving veiliger te maken.
  • Op 8 februari organiseert de Tour de Force een symposium met als titel ‘Alle kinderen kunnen fietsen’.  Op deze middag kun je zien wat er allemaal gebeurt bij de gemeenten om kinderen weer op de fiets te krijgen, een fiets te bezitten en de schoolomgeving veiliger te maken. Is beleid noodzakelijk voor gemeenten om alle kinderen weer te laten fietsen? Wat doen organisaties als ANWB, VVN en de Fietsersbond in Nederland en waarom is het eigenlijk zo belangrijk dat kinderen kunnen fietsen en een fiets hebben? De middag wordt besloten met een politiek forum over dit thema. Programma 12:30 uur - Inloop (met lunch) Om 12:30 uur starten we met de inloop en de lunch. Tijdens de lunch kun je kennis nemen van verschillende posterpresentaties over lokale initiatieven en die van maatschappelijke organisaties die op uiteenlopende wijze bezig zijn met  fietsstimuleren/fietslessen  van kinderen, zoals daar zijn fietsmeesters Utrecht, school op Seef Zuid Holland ,Streetwise vd ANWB de BMX op Rotterdam Zuid,  VVN, Fietsen op Zuid, fietsschool van de  Fietsersbond etc.   13:00 uur - Welkom door Frits van der Bruggen + Keynote presentatie Om 13:00 uur worden we welkom geheten door Frits van der Bruggen directeur van de  ANWB en begint het programma met een keynote presentatie over belang van fietsen voor kinderen, gezondheid en maatschappelijke participatie van Mark Mieras, hij is wetenschapsjournalist & natuurkundige, gespecialiseerd in hersenonderzoek.  14:00 tot 16:00 uur - Workshops Drie workshops:  14:00 - 14:40   ||  14:45 - 15:25   ||  15:30 - 16:10 Fietseducatie en fietslessen voor kinderen. Wat gebeurt er in Nederland, in verschillende steden. Hoe kijken de grote organisaties als ANWB, VVN en Fietsersbond ernaar? Wat moet je doen om kinderen te leren fietsen en te laten blijven fietsen .Hoe bereiken we de kinderen die niet kunnen fietsen?  Een panel discussie met deze organisaties. Gespreksleider  Wilma Slinger Fietsbezit. In de grotere gemeenten leeft 1op de 4 kinderen in armoede. Veel kinderen hebben geen fiets, wat kunnen we doen om kinderen aan een fiets te helpen?  Pitches van De ANWB( combi met Schiedam) over hun kinderfietsenplan- hoe kan je meedoen als gemeente - Wat zijn er nog meer aan initiatieven om kinderen aan een fiets te helpen en die te onderhouden (Maastricht, Den Bosch)  Gespreksleider Wim Bot Rol gemeenten: Hoe kunnen gemeenten beleid maken om het fietsen van kinderen vanzelfsprekend te laten zijn binnen de gemeenten Pitches van de gemeente  den Haag en een pitch over de uitkomsten van een onderzoek van de provincie Utrecht onder alle gemeenten naar  de fietsvaardigheden van kinderen. (gevraagd :Syb Tjepkema) 16:15 uur - Politiek debat in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen. Een paneldiscussie met lokale politici, o.a Robert van Asten raadslid den Haag voor D66, Mario Stam, wethouder Schiedam voor de PvdA, Zeeger Ernsting raadslid GL in Amsterdam.(ovb)  Moet de politiek zich niet actiever opstellen om kinderen gezond en zelfstandig mobiel te laten opgroeien? Moet elk kind op school niet fietsles genieten, kunnen deelnemen aan het verkeersexamen en beschikken over een fiets. Iets voor de nieuwe collegeprogramma’s na de verkiezingen in Maart?   17:00 uur - Afsluiting (met borrel of glaasje fris)   Locatie Hoofdkantoor ANWB Wassenaarseweg 220 2596 EC, Den Haag   Namens de organisatie vanuit de Tour de Force Hugo van der Steenhoven
  • Verslag: Landelijk symposium ‘Alle kinderen kunnen fietsen!’ Den Haag, 8 februari 2018 Er zijn in Nederland veel  kinderen die niet over een eigen fiets beschikken. Veel kinderen ontberen daarnaast de skills om veilig aan het verkeer deel te kunnen nemen. Diverse overheden en maatschappelijke organisaties, verspreid over het land, proberen daar verandering in te brengen. Welke initiatieven worden er zoal ontplooid? Hoe zou je beter van elkaar kunnen leren en je krachten kunnen bundelen om een optimaal effect te sorteren? Wat kunnen gemeentes eraan doen om zoveel mogelijk kinderen, inclusief nieuwkomers en kinderen in achterstandswijken, aan het fietsen te krijgen? Hoeveel aandacht is er tenslotte voor het onderwerp bij verschillende gemeentes in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart? Kennis en ervaringen delen Op 8 februari jl. vond op het hoofdkantoor van de ANWB in Den Haag het landelijk symposium ‘Alle kinderen kunnen fietsen!’ plaats. De middag werd georganiseerd door Tour de Force (www.tourdeforce2020.nl), een samenwerkingsverband van het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeentes (VNG), het Rijk, verschillende steden en maatschappelijke organisaties. Er kwamen meer dan 100 deelnemers, onder wie vertegenwoordigers van lokale en regionale overheden, evenals een breed scala aan NGO’s, bij elkaar om kennis op te doen, ervaringen te delen en om te netwerken. Er waren posters, toolkits, folders, boekjes en andere handige hulpmiddelen te bezichtigen van verschillende projecten zoals Fietsmeesters Utrecht, School op SEEF, Zuid Holland, Streetwise van de ANWB en Fietsschool van de Fietsersbond. Na welkomstwoorden door dagvoorzitter Hugo van der Steenhoven en ANWB-directeur Frits van Bruggen stond een lezing op het programma over de link tussen fietsen en de cognitieve ontwikkeling van kinderen. Daarna konden een drietal workshops worden bezocht over Fietsbezit, Fietsles en verkeerseducatie en Gemeentelijk beleid. De middag werd afgesloten met een politiek debat met lokale politici uit Amsterdam, Den Haag en Schiedam over de rol van fietsen en fietseducatie binnen hun respectievelijke gemeente. Fietsen goed voor gezondheid en participatie In zijn welkomstwoord benadrukte dagvoorzitter Hugo van der Steenhoven het belang voor kinderen om te (leren) fietsen. Fietsen draagt niet alleen bij aan de gezondheid van kinderen om overgewicht en diabetes te voorkomen, maar bevordert ook hun deelname aan de samenleving. Zonder fiets kom je niet bij je sportclub, vriendjes of middelbare school. Naast alle gezondheidsrisico’s lopen kinderen zonder fiets dus het gevaar van sociale uitsluiting. ANWB-directeur Frits van Bruggen vond het bij zijn aantreden vier jaar geleden ‘onvoorstelbaar’ dat niet alle kinderen in een rijk land als Nederland over zoiets vanzelfsprekends als een fiets beschikken. Ben je niet mobiel, dan hoor je er niet bij. Er zijn in Nederland 400.000 kinderen onder de armoedegrens, waarvan duizenden zonder een eigen fiets. Dat moet anders. Vandaar dat de ANWB haar steentje bijdraagt in de vorm van financiering en organisatie van het landelijke Kinderfietsenplan, waarbij fietsen worden opgeknapt door vrijwilligers en mensen met een beperking. Daardoor zijn ondertussen al 5000 kinderen een fiets rijker. Maar we zijn er nog lang niet, er is nog behoefte aan tienduizenden fietsen voor kinderen die in armoede leven.  Fietsen maakt gezond én slim Fietsen blijkt volgens Mark Mieras, van huis uit natuurkundige en tegenwoordig wetenschapsjournalist, nóg een gunstig effect te hebben. Fietsen heeft namelijk ook positieve invloed op de ontwikkeling van de hersenen, zo heeft onderzoek aangetoond. Kinderen die veel bewegen blijken beter te presteren op cognitieve vaardigheden als lezen en rekenen. Woordjes leren, bijvoorbeeld, terwijl je beweegt, blijkt effectief. Zeker in een tijd waarin iedereen de hele dag op zijn smartphone zit, kunnen kinderen die veel stilzitten dus niet alleen fysiek maar ook cognitief fikse achterstand oplopen. Ook heeft beweging een positieve invloed op het gedrag en het uithoudingsvermogen van kinderen. Bewegen en fietsen in het bijzonder helpen bovendien om de poort naar je creativiteit open te zetten. Ter illustratie laat Mieras het publiek testjes doen met woordcombinaties en gekleurde vormpjes. De zaal doet enthousiast mee. Het resultaat mag er wezen. Hadden dezelfde personen die nu rustig op hun stoel zaten, echter de kans gehad om te bewegen terwijl ze met de test bezig waren, dan hadden ze ongetwijfeld nóg hoger gescoord, verzekert Mieras. Denk maar aan een wandeling of fietstocht waarbij je opeens op een lumineus idee kwam. Bewegen zet, kortom, ook je hersenen in beweging. Het is daarom voor opgroeiende kinderen, bij wie de hersenen zich nog moeten ontwikkelen, extra belangrijk om te bewegen. Des te pijnlijker is het dat kinderen die in armoede opgroeien en niet over een fiets beschikken of niet kunnen fietsen, daarmee ook een nadeel hebben ten opzichte van hun cognitieve ontwikkeling. Zonder fiets ben je niets Het probleem begint al met het bezit van een fiets. In de workshop ‘Fietsbezit’ onder leiding van Wim Bot, medewerker beleidsbeïnvloeding bij de Fietsersbond, lichtte Odette Dinklo, projectleider Kinderfietsenplan bij de ANWB, het project toe. Ook vertelde jongerenwerker en straatcoach Addie Redmeijer hoe hij en zijn stichting ervoor hebben gezorgd dat kansarme kinderen en hun ouders in Maastricht alsnog een fiets kregen. Volgens Odette Dinklo past zo’n fietsproject bij uitstek bij een organisatie als de ANWB. De ANWB wil namelijk dat iedereen zorgeloos en met plezier onderweg kan zijn, Het Kinderfietsenplan wordt gefinancierd vanuit de bijdrage van haar 4 miljoen leden,  en veel van die leden zijn bereid om een goede fiets te doneren Daarbij heeft de organisatie veel communicatiekracht in huis en beschikt het over de nodige technische kennis en een sterk netwerk. In drie ANWB werkplaatsen worden al sinds 2015 fietsen opgeknapt door vrijwilligers. te weten Utrecht, Den Haag en Breda. Recentelijk is de samenwerking gestart met werkplaatsen in het land waar mensen met een beperking fietsen opknappen. Daar krijgen  ingezamelde fietsen een grondige opknapbeurt voordat ze via partner Nationaal Fonds Kinderhulp aan de kinderen worden aangeboden. Een dergelijk project liep al in Maastricht. Daar had jongerenwerker en straatcoach Addie Redmeijer ooit met financiële bijdrage van het Oranjefonds een werkplaats opgezet, waar vrijwilligers losgeknipte, kapotte fietsen weer rijklaar maakten. Na drie jaar moest het project zelfvoorzienend worden. En dat is ook gelukt. Ondertussen heeft Redmeijers stichting 300 fietsen vergeven. Behalve de kinderen kunnen inmiddels ook hun ouders een tweedehandse fiets krijgen. Een periodieke opknapbeurt behoort tot de service. Daarvoor ondertekenen de ouders een overeenkomst. Komen ze de afspraken niet na, dan volgt een telefoontje of huisbezoek. Zo bedacht ook een Woerdense ondernemer enkele jaren geleden een soortgelijk plan. In zijn werkplaats worden fietsen en fietswrakken helemaal uit elkaar gehaald en worden de bruikbare onderdelen vervolgens weer deskundig in elkaar gezet. Een typisch geval van win-win, waarbij kansarme kinderen een fiets ontvangen, mensen met een beperking tot de arbeidsmarkt zinvol aan het werk zijn en de afvalstromen in Woerden worden gereduceerd door het bijkomende afval optimaal te scheiden. Sociaal en duurzaam tegelijk. Fiets- en verkeerlessen stimuleren kan nog beter Maar met een fiets alleen ben je er nog niet. Want hoe zit het met de fiets- en verkeerslessen waar kinderen behoefte aan hebben, zeker met de overgang naar de middelbare school? In de workshop onder leiding van Wilma Sligter van kenniscentrum CROW gaven André Kamphuis, marktanalyst bij Veilig Verkeer Nederland (VVN), Joanneke Reichert, programmacoördinator bij de Fietsersbond en Celina Trekop, programmaleider Streetwise bij de ANWB, uitleg over hun respectievelijke projecten. Zo heeft ANWB het pakket Streetwise. Daar zal mogelijk nog een ouderavond aan worden toegevoegd. VVN beheert het landelijk Verkeersexamen, met een bijbehorende Examenapp voor de ouders en het Schoolpleinpakket. Tenslotte heeft de Fietsersbond het initiatief de Fietsschool. Gesignaleerd wordt dat veel kinderen, zo ook in de gemeente Rhenen, met de auto naar school worden gebracht. Veel ouders vinden het namelijk ‘onveilig’ om hun kinderen zelf met de fiets op pad te sturen. Daardoor ontstaat een Catch 22-situatie, waarbij kinderen onvoldoende fietsvaardigheden opdoen om veilig aan het verkeer deel te nemen. Ook is er, na een recent dodelijk ongeval bij de zwemles, onvoldoende bereidwilligheid bij leerkrachten voor verkeerslessen vanwege het aansprakelijkheidsaspect. Sommige ouders missen door hun verschillen in cultuur voldoende fietsvaardigheden om die aan hun kinderen door te geven. De inzet van vrijwilligers maakt de organisatie van fiets- en verkeerslessen kwetsbaar. Gepleit wordt voor meer samenwerking tussen de betrokken organisaties. Andere suggesties die tijdens de workshop worden gedaan: stimuleer het gebruik van loopfietsen bij peuters. Zorg dat verkeers- en fietseducatie zich niet alleen richt op verkeersveiligheid, maar ook op een ‘verkeersactieve’ houding. Zet in op het verkrijgen van meer data over het fietsgebruik onder kinderen. En zoek aansluiting met de Omgevingswet die op komst is om het thema fiets op de agenda te krijgen. Workshop 3: Gemeentelijk beleid Welke rol is tenslotte voor gemeentes weggelegd om fietsbezit en veilig verkeersgedrag te stimuleren? In de workshop onder leiding van Syb Tjepkema, senior beleidsadviseur bereikbaarheid bij de gemeente Zwolle, belichtten adviseur publieksdienstverlening Jos Smulders en Jacqueline Pieters van de gemeente Den Haag, het onderwerp. Er wordt inmiddels bij verschillende gemeentes geëxperimenteerd met fietslessen. Zo leren kinderen in Rotterdam en binnenkort ook Schiedam op de BMX-school behalve fietsen ook allerlei praktische zaken zoals banden plakken. In Nijmegen krijgen kinderen fietslessen in het kader van een duurzaamheidsprogramma. Ook wordt er op verschillende plekken in het land onderzoek gedaan naar fietsbezit – en gedrag. Zo vertelt Jacqueline van der Spek van de provincie Utrecht over het rapport dat in deze provincie is opgesteld over fietsvaardigheid en –stimulering binnen de verschillende Utrechtse gemeentes. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat er nog verbeteringen in de infrastructuur nodig zijn en dat fietseducatie op scholen, met name in achterstandswijken, nog beslist beter kan. De synergie met onderwijs, volksgezondheid, sport en welzijn ontbreekt. Er zijn momenteel daarom gesprekken gaande met ANWB en VVN, onder meer om verkeerseducatie een meer structurele plek binnen scholen te geven en om ouders meer bij fietsplannen te betrekken. Ook wordt een relatie gelegd met de omgevingswet waarin  een verbinding tussen het sociale en fysieke domein tot stand kan worden gebracht.( fietsles, educatie en veilige infrastructuur) Ook gaan  er stemmen op om weer een brede samenwerking op provinciaal en/of regionaal niveau te ontwikkelen (ROV’s oude stijl?) om deze problemen aan te pakken. Jacqueline Pieters  vertelt over de Haagse aanpak. Binnen het project ‘Veilig leren fietsen’ is onder meer ingezet op educatieve verkeerspleinen en lesmaterialen voor basisschoolleerlingen, fietscontroledagen, verkeersexamens op wijkniveau. Voor leerlingen in het voortgezet onderwijs bestaat er het project Biking2skool = cool, dat naast aanschaf van een fiets tegen een gereduceerde prijs fietslessen voor schakelklassen omvat. In een filmpje van Omroep West komen kinderen aan het woord, die enthousiast vertellen over de fietslessen die ze op school krijgen. Niet alleen krijgen ze allerlei basisvaardigheden mee, zoals uitkijken voor auto’s of ‘je hand uitsteken voor de bocht’, fietsen blijkt in de praktijk ook nog eens gewoon ‘leuk’. Een groot probleem voor scholen vormt de concurrentie met de normale lessen, zoals lezen, schrijven en rekenen, met daar bovenop de gymlessen. Moeten al die extra activiteiten, zoals fiets- en verkeerslessen, daarvoor in de plaats komen? Zeker voor zwak presterende scholen is dit een serieus dilemma. Zouden fietslessen daarom niet beter door buitenstaanders gegeven kunnen worden, net als bij zwemlessen, wordt er geopperd. Of is het wellicht juist beter om fietslessen te integreren binnen het bewegingsonderwijs, als onderdeel van op evenwicht gerichte oefeningen. Een gymdocent is daarvoor de meest geschikte persoon, omdat die door zijn opleiding weet hoe opgroeiende kinderen zich bewegen. Gepleit wordt voor het borgen van fietseducatie binnen het normale schoolcurriculum, waarbij gemeentes zich idealiter moeten laten ondersteunen door een professionele organisatie. Politiek debat: fietsplan onderdeel collegeprogramma’s? Ter afsluiting van de middag beantwoordden Amsterdams raadslid voor GroenLinks Zeeger Ernsting, Robert van Asten, raadslid voor D66 in Den Haag en Mario Stam, wethouder in Schiedam voor de PvdA, vragen. De vragen gingen niet alleen over het fietsbeleid in hun gemeente, maar ook hun eigen fietsgedrag. Hoe vaak zitten zij zelf op de fiets? Hoe is het fietsverkeer in hun stad geregeld? Moet de politiek zich niet actiever opstellen om fietsbezit en verkeerslessen voor kinderen te stimuleren? Door bijvoorbeeld het parkeren bij scholen in te dammen en uitbreiding van het fietspadennetwerk juist te stimuleren? En moeten zulke zaken niet in de nieuwe collegeprogramma’s na de gemeenteraadsverkiezingen in maart worden opgenomen? Volgens wethouder Mario Stam is Schiedam een redelijke druk bevolkte stad met relatief kleine afstanden. Naast OV is de stad prima bereikbaar met de fiets. Om kinderen aan het fietsen te krijgen is in Schiedam samen met de ANWB het project ‘Een fiets voor iedereen’ opgezet, waarbij kinderen opgeknapte fietsen krijgen aangeboden. Ernsting geeft aan het geschetste beeld van te weinig fietsers in Amsterdam niet te herkennen. In de binnenstad vormen de grote aantallen fietsers eerder een probleem. Maar hij beaamt dat er ook in ‘zijn’ stad probleemwijken bestaan waar kinderen in armoede leven, waardoor ze zich elementaire zaken als een fiets niet kunnen veroorloven. In Den Haag worden volgens Van Asten allerlei pogingen gedaan om het autobezit en daarmee samenhangende parkeerproblematiek terug te dringen, in ieder geval door zijn eigen partij. Ook worden in Haagse achterstandswijken als de Schildersbuurt en Transvaal speciale programma’s opgezet om fietsen onder kinderen te bevorderen. Wel signaleert ook Van Asten dat het voor scholen in zulke achterstandswijken vaak een kwestie is van kiezen tussen meer aandacht voor lezen en rekenen of extra tijd voor fietslessen. Cultuurverschillen zorgen er volgens Ernsting ook voor dat veel kinderen van allochtone ouders het fietsen niet van huis uit meekrijgen. Daarnaast vormt de infrastructuur in Amsterdam, net als in Den Haag, een bottleneck. Fiets-stimulerende maatregelen, zoals de invoering van maximale snelheid in de stad en de aanleg van meer fietspaden, kunnen in ieder geval helpen. Immers: “If you build it, they will come”. Goede voornemens Zo kent iedere gemeente zo haar eigen specifieke problemen en aanpak. Maar als er één ding is dat boven kijf staat is dat ieder kind, rijk of arm, autochtoon of nieuwkomer, een eigen fiets verdient. En, als het aan de aanwezigen in de zaal ligt, zullen alle kinderen die in armoede leven ook zo snel mogelijk aan een fiets geholpen worden. De Tour de Force gaat met de ervaringen en lessen van deze dag aan de slag. Zij wil werken aan een oproep/intentieverklaring van en voor gemeentes.  Hierin worden zij  opgeroepen om een beleid te ontwikkelen zodat alle kinderen de mogelijkheid krijgen om te (leren) fietsen.

Aanmelden

U kunt zich niet meer registreren voor deze bijeenkomst.

Heeft u zich al reeds aangemeld voor deze bijeenkomst en wilt u zich afmelden? Klik hier.

Relevantie

Scroll naar boven