Dat meldt de provincie Overijssel op de website https://overijsselonderweg.nl waar wordt aanbevolen om daar alvast voorbereidingen voor te treffen.
Vanaf 2050 geldt een emissiegrenswaarde van CO2 uitstoot van 0 gr per reizigerskilometer voor zakelijke mobiliteit en woon-werkmobiliteit. Om dit doel te halen gaat met emissiegrenswaarden worden gewerkt. Voor de zakelijke mobiliteit geldt met ingang van 1 januari 2026 een emissiegrenswaarde van 96 gram in kalenderjaargemiddelde per reizigerskilometer. Voldoet een bedrijf dan niet aan die norm, dan is er sprake van overtreding en moet het bedrijf de CO2-uitstoot verder terugdringen. Voor woon-werkmobiliteit is nog geen emissiegrenswaarde opgenomen, omdat daarvoor nog onvoldoende data beschikbaar zijn.
Jaarlijks wordt beoordeeld of de in het Klimaatakkoord afgesproken reductie van de CO2-emissie door werkgebonden personenmobiliteit in 2030 gaat worden gehaald. Daarom moeten bedrijven met meer dan 100 medewerkers in dienst jaarlijks op uiterlijk 30 juni gegevens verstrekken, zodat de rijksdienst kan berekenen of aan deze doelstellingen is voldaan.
Dit najaar buigen de Eerste en Tweede Kamer zich over het betreffende ontwerpbesluit. De regering streeft ernaar om alles uiterlijk 15 januari 2023 operationeel te hebben.
Het gaat daarbij om basisinformatie, zoals de naam, het inschrijvingsnummer, het adres van een bedrijf en het aantal medewerkers. Ook moeten de bedrijven informatie delen over de gebruikte vervoermiddelen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen reizen met het openbaar vervoer, per fiets of te voet, per bromfiets of scooter. Wordt een bromfiets, scooter of ander motorvoertuig gebruikt, dan moet vervolgens informatie worden verstrekt over de gebruikte brandstof of andere voeding.
Het ontwerpbesluit leidt tot het aanleveren van gegevens, die in veel bedrijven vermoedelijk nog niet beschikbaar zijn. Voor een bedrijf is het dus raadzaam om vooruitlopend op 1 januari 2023, wanneer de regeling vermoedelijk in werking treedt, te bezien of de gegevens eenvoudig kunnen worden versterkt.
In de praktijk is het verstandig om vervoer met een auto die op fossiele brandstoffen rijdt zoveel mogelijk te beperken, stelt de provincie Overijssel. Dit kan bijvoorbeeld door het aantal parkeerplekken te beperken of alternatief vervoer aantrekkelijker te maken. Ook kunnen bedrijven elektrische auto’s beschikbaar stellen, fietsen, openbaar vervoer en hybride werken stimuleren.