Dit meldt het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid in het rapport Mobiliteitsbeeld 2016.
Ongeveer de helft van de met een e-fiets verreden kilometers wordt afgelegd door 65-plussers. Maar ook volwassenen jonger dan 65 jaar leggen een steeds groter deel van de e-fietskilometers af. Met name het gebruik van de e-fiets onder 50- tot 65-jarigen lijkt toe te nemen: hun aandeel steeg van 30 tot 37 procent van alle e-fietskilometers.
Meer dan de helft van alle e-fietskilometers wordt afgelegd voor vrijetijdsdoeleinden, zoals het recreatief toeren. Tussen 2013 en 2015 is er echter vooral een toename zichtbaar in het aandeel van de werk- en winkelgerelateerde kilometers. In totaal leggen personen van 12 jaar en ouder een tiende van alle fietskilometers af op een e-fiets. Voor 65-plussers is dat ongeveer 30 procent, voor 50- tot 65-jarigen 16 procent en voor 12- tot 50-jarigen 3 procent.
Per verplaatsing wordt met de e-fiets gemiddeld 5,3 kilometer afgelegd. Daarmee is de actieradius van de e-fiets anderhalf keer zo groot als die van de ‘gewone’ fiets (gemiddeld 3,6 kilometer per verplaatsing). De maximaal acceptabele fietsafstanden (gedefinieerd als de afstand waarbinnen 90 procent van alle verplaatsingen plaatsvindt) voor de e-fiets zijn bijna twee keer zo groot (15 km) als voor de gewone fiets (7,5 kilometer). Voor woonwerkverplaatsingen liggen de maximaal acceptabele afstanden wat minder ver uiteen: 10 kilometer voor de ‘gewone’ fiets en 15 kilometer voor de e-fiets. Voor vrijetijdsdoeleinden scheelt de maximaal acceptabele afstand een factor drie: 10 kilometer voor de ‘gewone’ fiets en 30 kilometer voor de e-fiets.
De snelheidsverschillen tussen e-fietsers en ‘gewone’ fietsers zijn beperkt, zo blijkt uit gegevens van OViN: 13,0 respectievelijk 12,4 kilometer per uur, een verschil van ruim 5 procent. Omdat de snelheid weinig scheelt, maar met de e-fiets langere afstanden worden afgelegd, concludeert Kim dat men vooral kiest voor de e-fiets voor het comfort, en niet voor de hogere snelheid.
In hoeverre e-fietsers voormalige autorijders waren, is niet helemaal duidelijk. Ruim 40 procent van de e-fietsbezitters geeft aan dat zij als gevolg van het e-fietsen (veel) minder gebruik zijn gaan maken van de auto. Anderzijds zegt meer dan de helft van de e-fietsers dat het e-fietsgebruik niet van invloed is (geweest) op het autogebruik. Het merendeel van alle e-fietsbezitters (ongeveer driekwart) geeft aan dat het gebruik van de e-fiets met name heeft geleid tot een (sterke) afname in het gebruik van de gewone fiets. Het e-fietsgebruik lijkt ook te resulteren in minder ov-gebruik: ongeveer een kwart van de e-fietsbezitters zegt sinds zij een e-fiets gebruiken minder per trein te reizen en ongeveer 30 procent zegt minder vaak per bus, tram en/of metro te reizen.