In het woon-werk verkeer is het aandeel fiets nog iets groter met 22,1 procent van de verplaatsingen, onderverdeeld in 10,4 procent met de elektrische fiets, 1,8 procent met de speedpedelec en 9,9 procent met de gewone fiets. Schoolverkeer is met 36,2 procent het motief met het grootste aantal fietsers, waarvan het overgrote deel op een gewone fiets rijdt. Gemiddeld over alle motieven is het aandeel gewone fiets ook nog het grootst.
Inmiddels bezit 44 procent van de Vlamingen een elektrische fiets en daalt net als in Nederland de gemiddelde leeftijd van e-fietsbezitters. In Vlaanderen is deze 48 jaar. Bezitters van een gewone fiets zijn gemiddeld 33 jaar oud.
Bron: OVG 7 (2023-2024)
Ten opzichte van de jaren voor de coronapandemie (2018-2019) is het aandeel duurzaam vervoer in Vlaanderen gestegen van 44 procent tot 46,9 procent op een gemiddelde weekdag. Als duurzame vervoerwijze worden gezien: fiets, lopen, elektrische step openbaar vervoer, auto als passagier (18+) en taxi. ‘Onderwijs volgen’ geldt als het motief met het grootste aandeel duurzame verplaatsingen. Antwerpen is de vervoerregio met het grootste aandeel duurzame verplaatsingen (58 procent) en in de regio’s Brugge, Gent en Kempen fietst men gemiddeld het meest (24 procent).
Opvallend is verder dat het autogebruik in Vlaanderen nog altijd lager ligt dan voor de coronapandemie en het openbaar vervoer alweer op het niveau van 2019 zit.
Aan het
zevende Onderzoek Verplaatsingsgedrag (2023-2024) van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken namen bijna 24.000 Vlamingen deel.