De Fietsersbond vergeleek 13 verkiezingsprogramma’s op fietsvriendelijkheid.
D66 wil een volwaardige plek voor de fiets bij het opstellen van verkeer- en vervoersplannen. Het huidige infrastructuurfonds moet volgens de Democraten worden vervangen door een mobiliteitsfonds, waarin ook de fiets een plaats krijgt. De partij wil middelen vrijmaken voor (snel)fietsroutes, stallingen en (elektrische) deelfietsconcepten. Veiligheid en gezondheid van fietsers moeten continu aandacht krijgen. Ook pleit D66 voor fietsparkeernormen in de bouwvergunning en voor gebruik van de fiets als onderdeel van gezond bewegen in de openbare ruimte.
GroenLinks wil ruim baan voor de fiets en net als D66 investeren in een netwerk van snelfietsroutes, stationsstalingen en OV-fiets. Ook GL pleit voor fietsparkeernormen bij voorzieningen en bedrijventerreinen. Senioren moeten veilig kunnen fietsen, ook met een e-bike. De fiets moet een expliciet onderdeel van het gezondheidsbeleid zijn. Om de veiligheid van fietsers en voetgangers te waarborgen gaat de snelheid van het autoverkeer in de stad naar 30 kilometer. voor snorfietsen moeten dezelfde regels gaan gelden als voor brommers: ze moeten op de rijbaan rijden met een helm op. De partij vraagt ook aandacht voor de toegankelijkheid van de natuur voor wandelaars en fietsers.
De PvdA stimuleert de fiets als een cruciale schakel in het vervoer van deur-tot-deur en wil met prioriteit investeren in regionale snelfietsroutes en stallingen bij OV-knooppunten en parkeergarages. De partij stimuleert nieuwe vormen van OV, zoals elektrische deelfietsen. De
ChristenUnie is de enige partij die aangeeft hoe sterk het fietsgebruik moet groeien: 25% groei tot 2025. Ze wil 50% minder verkeersslachtoffers in 2027. De CU wil investeren in fietsvoorzieningen bij stations en fietssnelwegen. De partij wil goede recreatieve fietsgebieden in en om de stad en een netwerk van fietspaden voor een toegankelijke natuur.
De Partij voor de Dieren wil de fiscale stimulering van fietsen behouden en wil investeren in veilige fietspaden en fietssnelwegen. Ook is de partij voor voldoende en veilige stallingen bij stations en wil men uitbreiding van de OV-fiets. Verder wil de Partij voor de Dieren een fietsvriendelijker afstelling van verkeerslichten en de snelheid van het autoverkeer in de centra verlagen naar 30 kilometer per uur.
De VVD heeft de fiets op de voorpagina van het programma. De partij ziet de e-bike en de speed pedelec als volwaardig alternatief voor langere afstanden, maar laat mensen vrij in hoe ze zich willen verplaatsen. De VVD noemt het belang van goede fietsenstallingen rondom stations. De VVD is voor innovatie, bijvoorbeeld voor apps die de reistijd van auto/ov en fiets berekenen. De VVD wil de OV-fiets stimuleren.
De SP wil van de fiets een volwaardig vervoermiddel maken, onder meer door meer ruimte voor de fiets in de trein en landelijke en goede kwaliteit van regionale fietsroutes. De SP heeft extra oog voor de verkeersveiligheid van fietsers. Ze wil fietstoerisme buiten de Randstad aantrekkelijker maken.
De SGP wil meer rijksinzet voor het stallen van fietsen bij stations en regionale snelfietsroutes en wil fietsverkeer en autoverkeer ontvlechten.
Opmerkelijk en teleurstellend noemt de Fietsersbond het dat de fiets niet voorkomt in het CDA-programma, terwijl de partij wel wil investeren in Rijkswegen en spoor. De partij geeft aan dat gekozen is voor een programma op hoofdlijnen en dat de voorstellen uit de initiatiefnota Een stap vooruit en de steun aan snelfietsroutes en stationsstallingen staand beleid zijn.
50+ wil veilige wegen en wil scooters van het fietspad af. DENK is voor een goede fietsinfrastructuur en wil gratis fietsen voor kinderen die in armoede opgroeien. PVV en VNL noemen de fiets niet, maar willen gebruik van de auto aanzienlijk goedkoper maken.