De 5 ontwerpprincipes van een vergevingsgezind fietspad

  • Soort:Nieuws Fietsberaad
  • Datum:30-05-2018

Jaarlijks worden 50.000 fietsers behandeld op een afdeling spoedeisende hulp (SEH) vanwege een enkelvoudig fietsongeval. Een nieuwe CROW-Fietsberaad uitgave laat zien hoe het fietspad meer vergevingsgezind - en daar mee ook comfortabeler - is vorm te geven.


De term ‘vergevingsgezind fietspad’ zoemt al een tijdje rond. Oorspronkelijk vooral in relatie tot ouderen, die vaker betrokken zijn bij enkelvoudige fietsongevallen. Maar wat goed is voor de veiligheid van ouderen en visueel gehandicapten is waarschijnlijk goed voor iedereen. En in ieder geval werken dergelijke maatregelen comfort verhogend voor alle fietsers.

Het onderzoeksproject met de gelijknamige titel werd twee jaar geleden afgesloten met een aantal aanbevelingen. Maar de actualiteit houdt het begrip levendig. De vergrijzing en de groeiende populariteit van elektrische fietsen spelen hierbij een rol. En het is drukker op de fietspaden.
In de CROW-Fietsberaad uitgave brengen de auteurs Berry den Brinker (Stichting SILVUR, VU) en Paul Schepers (Rijkswaterstaat) de belangrijkste conclusies uit de eerdere onderzoeken nogmaals onder de aandacht. Plus enkele oplossingen die deels verder gaan dan wat tot de richtlijnen tot nu aanbevelen.

Als leidraad voor het ontwerp van een vergevingsgezind hanteren de auteurs 5 ontwerpprincipes

Voldoende ruimte in de breedte. Dat is volgens de opstellers van de notitie het eerste ontwerpprincipe om te komen tot vergevingsgezinde fietspaden. Hoe breder het fietspad, hoe lager het aantal (ernstige) conflicten.

Visuele  geleiding is het tweede ontwerpprincipe. Het wegverloop en obstakels in de periferie van het gezichtsveld moeten waargenomen kunnen worden. Vooral op relatief smalle tweerichtingsfietspaden, waar tegenliggers elkaar moeten passeren is kantmarkering wenselijk. Dit geldt in nog sterkere mate voor tweerichtingsfietspaden langs onverlichte (provinciale) wegen waar fietsers het contrast tussen het fietspad en de berm minder goed kunnen waarnemen door verblinding van koplampen van auto’s op de rijbaan.

Aanvullend op dit ontwerpprincipe leggen de auteurs extra nadruk op een derde ontwerpprincipe: extra attenderen. Dat houdt in dat men bijvoorbeeld de randen van een route naast duidelijke visuele geleiding nog beter waarneembaar kan maken door materialen te gebruiken die anders aanvoelen of klinken. Zo is kantmarkering gemakkelijker waar te nemen als de lijnen voorzien zijn van een voelbaar reliëf.

Het vierde ontwerpprincipe is het vergevingsgezind maken van randen en bermen: laag en schuin of liever nog zonder hoogteverschil en met alleen een visuele scheiding.

Het vijfde ontwerpprincipe tenslotte is om het aantal obstakels op en langs de fietsinfrastructuur te minimaliseren - paaltjes voorop - en om de overblijvende obstakels ‘opvallend en vergevingsgezind’ te maken. Ook daarvoor is inleidende ribbelmarkering een goed instrument, naast het beter zichtbaar maken van bijvoorbeeld zo’n paaltje.

In het rapport wordt uitgebreid ingegaan op de ontwerpprincipes en de achterliggende filosofie. In het komende nummer van Fietsverkeer een samenvatting van het rapport met suggesties voor mogelijke maatregelen.

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

De 5 ontwerpprincipes van een vergevingsgezind fietspad

Scroll naar boven