Leidt de ruimtelijke ordening van een stad tot een hoger fietsgebruik of kiezen
fietsliefhebbers voor een fietsvriendelijke stad en autoliefhebbers voor een
autovriendelijke stad? Deze vraag staat centraal in dit onderzoek.
Dit onderzoek richt zich op de vraag in welke mate een fietsvriendelijke inrichting van
de ruimtelijke ordening mensen ertoe verleidt de fiets in plaats van een ander
vervoermiddel te nemen. Om deze vraag te beantwoorden zijn twee VINEX-wijken,
Houten-Zuid en Veldhuizen, een deel van Leidsche Rijn, met elkaar vergeleken. In veel
opzichten lijken de beide wijken op elkaar, maar in de ruimtelijke ordening verschillen ze
duidelijk: Houten-Zuid is fietsvriendelijk ingericht, Leidsche Rijn niet.
Beleid om het fietsen te bevorderen als een milieuvriendelijke en gezonde
vervoerwijze bestaat meestal uit een mengeling van ‘push en pull’ maatregelen. Pushmaatregelen
bestaan uit het minder aantrekkelijk maken van concurrerende
vervoersmiddelen, bijvoorbeeld door hoge parkeerkosten en minder
parkeermogelijkheden. Pull-maatregelen richten zich op het aantrekkelijker maken van
fietsen, bijvoorbeeld door het aanleggen en verbeteren van fietspaden of door het
verkleinen van wachttijden. Daarbij is de ruimtelijke inrichting een van de beschikbare
beleidsinstrumenten.
Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat lichamelijke activiteit een aanzienlijk
effect heeft op gezondheid. Vooral diegenen die hun mate van lichamelijke activiteit van
inactief naar matig actief verhogen, hebben daar veel baat bij. Ook is uit onderzoek
gebleken dat mensen die naar hun werk fietsen een minder grote kans op sterfte hebben
dan diegenen die dat niet doen. In zowel Houten-Zuidoost en Veldhuizen is het aantal
actieven hoger dan gemiddeld in Nederland, maar ook het aantal inactieven is hoger, en
vooral deze laatstgenoemden zouden veel baat hebben bij het verhogen van hun mate
van lichamelijke activiteit.
The influence of the spatial planning on bicycle use and health
Brechtje Hilbers – Vrije Universiteit, Amsterdam – Planbureau voor de Leefomgeving, Bilthoven ii
In een eerder uitgevoerd onderzoek is uit enquêtes gebleken dat het fietsgebruik in
Houten-Zuid duidelijker hoger lag en dat veel individuele inwoners van Houten-Zuid meer
waren gaan fietsen sinds ze daar zijn komen wonen, terwijl veel inwoners van Leidsche
Rijn sinds hun verhuizing juist minder zijn gaan fietsen. Het blijft dan de vraag of dat
komt omdat de bebouwde omgeving mensen tot ander gedrag verleidt, of dat vooral
fietsliefhebbers naar een fietsvriendelijke omgeving zijn verhuisd en daar ook meer zijn
gaan fietsen. Dit is tijdens dit onderzoek onderzocht. Hiervoor zijn 85 enquêtes
afgenomen die zich op de vraag richtte in hoeverre de veranderingen in fietsgebruik het
gevolg waren van zelfselectie. En ook dit onderzoek laat zien dat de fysieke omgeving
mensen ertoe kan verleiden om vaker voor de fiets te kiezen. Daarbij gaat het zeker niet
alleen om fietsliefhebbers. Wel bleek er inderdaad sprake te zijn van enige zelfselectie,
maar niet voldoende om het hoge fietsgebruik in Houten-Zuid te verklaren.
Helaas kan uit dit onderzoek niet geconcludeerd worden dat de ruimtelijke invloed
heeft op het fietsgebruik. Naast ruimtelijke ordening zijn namelijk nog een aantal factor
die invloed hebben op het fietsgebruik.
Hoewel de twee wijken in veel opzichten op elkaar lijken, toch zijn er ook verschillen.
Er moet er ook rekening gehouden worden met factoren die ook invloed hebben op
fietsgebruik en waarin de wijken niet op elkaar lijken.
Vervolgonderzoek wordt aanbevolen, waarbij een grotere steekproef wordt gehouden
onder inwoners van beide wijken over zelfselectie en meer onderzoek wordt gedaan naar
de verschillen tussen de wijken, zodat hiervoor gecorrigeerd kan worden.