Introductie
De vele geparkeerde fietsen op straat vormen een herkenbaar beeld in Amsterdam. De fiets is een belangrijk vervoermiddel in de stad, het fietsgebruik blijft toenemen en daarmee ook de ruimte die de fiets inneemt. De afgelopen 20 jaar is het fietsgebruik in Amsterdam met meer dan 40 procent toege-nomen. Dit is merkbaar op de fietspaden, bij het station en in de binnenstad. Maar ook in woonwijken vullen de stoepen zich steeds meer met geparkeerde fietsen. Aan de ene kant kent fietsgebruik vele maatschappelijke voordelen. Fietsen is gezond en goedkoop en als alternatief voor de auto en het openbaar vervoer zorgt de fiets voor minder vervuiling en congestie. Aan de andere kant nemen de vele geparkeerde fietsen op straat schaarse openbare ruimte in en kunnen voor problemen met de bereikbaarheid en veiligheid zorgen. Betalen voor het parkeren van auto’s om de openbare ruimte te reguleren wordt algemeen geaccepteerd. Betalen voor het parkeren van de fiets is echter niet gebrui-kelijk.
Fietsparkeren is een actueel onderwerp. De focus ligt vaak op drukke en centrale bestemmingen. Gegevens over de fietsparkeersituatie in de woonomgeving van Amsterdammers zijn nog nauwelijks bekend.
Tegen deze achtergrond heeft Sara de Boer van april tot november 2015 bij onderzoeks- en advies-bureau Decisio onderzoek gedaan naar fietsparkeren in de woonomgeving in Amsterdam. Het doel van dit onderzoek was tweeledig. Ten eerste is de waarde van de fiets in de woonomgeving geanaly-seerd. De mening van bewoners over geparkeerde fietsen en het huidige fietsparkeergedrag is hier-voor in kaart gebracht. Ten tweede is de bereidheid om te betalen voor (inpandige) fietsparkeervoor-zieningen in de woonomgeving geanalyseerd. Ook is gekeken onder welke voorwaarden bewoners gebruik willen maken van fietsparkeervoorzieningen en bereid zijn hiervoor te betalen.
Het onderzoek vormde de basis voor de thesis "The Value Of Bicycles In Amsterdam. The willingness to pay for indoor bicycle parking facilities and the value of bicycles in the residential environment", waarmee Sara in december 2015 haar masterstudie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam heeft afgerond. Voorliggend document is een Nederlandstalige samenvatting van het onderzoek.
Opzet van het onderzoek
Voor het onderzoek is een enquête opgesteld met 29 vragen over fietsparkeren in de woonomgeving. De respondenten is onder andere gevraagd naar de mening over geparkeerde fietsen, de algemene kwaliteit van de woonomgeving en het huidige fietsparkeergedrag. Alle data zijn verzameld door mid-del van een online enquête en face-to-face interviews. Als bereik van de enquête is het gebied Amster-dam ‘binnen de ring’ genomen, omdat er wordt aangenomen dat de situatie (en de problemen) rondom fietsparkeren in dit gebied vergelijkbaar zijn en dat bewoners in dit gebied dagelijks te maken hebben met het ‘fietsparkeerprobleem’. De enquête is uitgezet in september 2015 en is door 227 responden-ten ingevuld. Naast de enquête is een aantal relevante stakeholders geïnterviewd.
Nadat de data verzameld is, is er een uitgebreide kwalitatieve analyse uitgevoerd. Daarnaast is ge-bruik gemaakt van twee verschillende statische modellen om de verkregen data te analyseren en de onderzoeksvragen te beantwoorden.
De studie is opgebouwd rondom de volgende onderzoeksvraag:
"Wat is de waarde van fietsparkeervoorzieningen in de woonomgeving in Amsterdam?"
Deze onderzoeksvraag is vrij breed geformuleerd. Om gericht antwoord te krijgen op deze onder-zoeksvraag zijn de volgende deelvragen beantwoord:
? Wat is de bereidheid te betalen voor inpandige fietsenstallingen in de woonomgeving?
? Worden (fout) geparkeerde fietsen meegenomen in de waardering van de woonomgeving? Zo ja, op welke manier?
? Welke factoren beïnvloeden de beslissing om wel of niet in een inpandige fietsenstalling te par-keren?
De bereidheid te betalen voor fietsparkeervoorzieningen in de woonomgeving is geanalyseerd voor voorzieningen op vier verschillende afstanden vanaf het woonhuis. Een inpandige fietsenstalling is een stalling die beveiligd is met camera’s en alleen toegankelijk is voor abonneehouders met een toegangspas. De stallingen zijn overdekt en abonneehouders zijn altijd verzekerd van een parkeerplek.
Resultaten
De belangrijkste resultaten van dit onderzoek zijn de getoonde bereidheid te betalen voor inpandige fietsenstallingen in de woonomgeving en het irritatieniveau met betrekking tot geparkeerde fietsen op straat.
Eén van de redenen voor het grote aantal fietsen op straat in Amsterdam is het ‘fietsparkeergedrag’ van haar bewoners. Veel mensen willen hun fiets het liefst zo dicht mogelijk bij de plaats van bestem-ming parkeren, zonder dat ze daarbij nadenken over de overlast die dit kan veroorzaken. 92 procent van de respondenten zegt zijn/haar fiets op 0 tot 50 meter van huis te parkeren.
De waarde die de fiets in de woonomgeving heeft is lastig onder één noemer te brengen. De weinig significante resultaten tonen aan dat er niet één type fietser is. Er is niet één bepaalde behoefte en niet een bepaald soort ‘fietsparkeergedrag’ te onderscheiden en daardoor geen ideale soort fietspar-keervoorziening. De resultaten duiden er op dat men de fiets vanuit verschillende rollen anders waar-deert. Aan de ene kant als bewoner, die geïrriteerd is door de (fout) geparkeerde fietsen in de woon-omgeving. Aan de andere kant als fietser, die zelf ook graag zijn fiets voor de deur parkeert.
De studie presenteert een indicatie voor de prijs die men bereid is te betalen voor inpandige fietsen-stallingen. Deze prijs varieert van 5,90 euro tot 7,80 euro, afhankelijk van de locatie van de fietsen-stalling. 85 procent van de respondenten is bereid te betalen voor een inpandige fietsenstalling op 0 tot 1 minuut loopafstand vanaf zijn/haar woning. 75 procent is bereid te betalen voor een stalling op 1 tot 2 minuten loopafstand. Hoewel het voor de gemeente of ondernemers haast onmogelijk is om fietsenstallingen op deze afstanden in de woonomgeving te realiseren, laten deze percentages wel zien dat men bereid is te betalen voor en gebruik te maken van inpandige fietsenstallingen. Het bou-wen van stallingen op 2 tot 4 (of meer) minuten loopafstand is eerder realiseerbaar. 38 procent tot 53 procent van de respondenten geeft aan geïnteresseerd te zijn in deze stallingen.
Er is geen directe relatie gevonden tussen de waardering van de woonomgeving en de mening over geparkeerde fietsen. De respondenten geven aan geïrriteerd te zijn door geparkeerde fietsen op de stoep (71 procent), dat handhaving nodig is (58 procent) en dat er extra fietsparkeervoorzieningen nodig zijn (65 procent). Dit lijkt echter geen effect te hebben op de waardering van de algemene kwa-liteit van de woonomgeving: deze wordt nog steeds als (zeer) goed ervaren. Deze tegenstrijdigheid heeft waarschijnlijk te maken met de vele andere factoren die een rol spelen bij de kwaliteit van de woonomgeving.
Dit onderzoek toont geen eenduidige factoren die een rol spelen bij het vinden van een fietsparkeer-plek. De enige factor die voor veel mensen van belang lijkt, is de kans op diefstal. Het is opvallend dat deze resultaten niet anders zijn voor mensen met een duurdere fiets. Dit komt door het belang van de fiets als vervoermiddel voor veel bewoners in Amsterdam. Niemand wil dat zijn/haar fiets gestolen wordt, ook niet als deze van lage economische waarde is. Wel geven mensen met een duurdere fiets aan meer te willen betalen voor inpandige fietsenstallingen tot 2 minuten loopafstand. Een andere factor die invloed heeft op de bereidheid te betalen voor fietsenstallingen in de woonomgeving is de huidige fietsparkeersituatie. Mensen in een woonomgeving met relatief weinig fietsparkeerplekken zijn bereid meer te betalen voor inpandige fietsenstallingen vergeleken met mensen die een hogere kans hebben op een fietsparkeerplek.
De belangrijkste factor bij het uitzoeken van een fietsparkeerplek is de loopafstand naar de eindbe-stemming. Dit wordt bevestigd door de resultaten uit het onderzoek. Factoren als diefstal, aankoop-waarde en de waardering van de woonomgeving spelen niet tot nauwelijks een rol in de beslissing gebruik te maken van en te betalen voor een inpandige fietsenstalling. Dit betekent dat de prijs van inpandige fietsenstallingen de behoefte er aan nauwelijks beïnvloedt. Zelfs wanneer de stallingen zijn uitgerust met goede beveiliging en een moderne inrichting, zal men niet meer dan 2 minuten lopen om de fiets daar te stallen.
De bereidheid te betalen voor inpandige fietsenstallingen in de woonomgeving is schematisch weer-gegeven in tabel 1.
Tabel 1 - De bereidheid te betalen voor inpandige fietsenstallingen
Afstand stalling tot bestemming
|
Gemiddelde bedrag p/m
|
Aandeel respondenten
|
0 – 1 minuut loopafstand
|
€ 7,80
|
84,8 %
|
1 – 2 minuten loopafstand
|
€ 6,90
|
74,6 %
|
2 – 4 minuten loopafstand
|
€ 5,80
|
52,9 %
|
meer dan 4 minuten loopafstand
|
€ 5,90
|
38,3 %
|
Beleidsadvies
De bevindingen uit het onderzoek leiden tot een aantal conclusies waar ook beleidsadviezen aan te koppelen zijn. Dit zijn:
De locatie van stallingen is één van de belangrijkste factoren voor het gebruik van fietsparkeervoor-zieningen en de betalingsbereidheid. Eén van de doelen van dit onderzoek is het aantonen van de bereidheid te betalen voor fietsparkeren. De resultaten tonen een gewenste prijs tussen de 5,90 euro en 7,80 euro per maand, afhankelijk van de locatie van de stalling. Deze prijs, en ook andere factoren, zijn van ondergeschikt belang ten opzichte van de locatie van de voorzieningen. Men loopt liever niet meer dan 2 minuten vanaf een fietsenstalling naar huis. Dit betekent dat de ontwikkeling van inpan-dige fietsenstallingen op wijk- of straatniveau plaats moet vinden.
Gesegmenteerd beleid noodzakelijk. Fietsparkeren is een belangrijk onderwerp in heel Amsterdam, maar de behoeften en problemen verschillen per wijk. Dit houdt in dat het noodzakelijk is beleids- en ontwikkelingsplannen op wijk- of straatniveau te maken en naar de behoeften en problemen per wijk te kijken.
Identificeer de gebieden met een hoge fietsparkeerdruk. Dit onderzoek heeft geen duidelijke verschil-len in meningen en betalingsbereidheid getoond tussen gebieden met een hoge parkeerdruk en an-dere gebieden binnen de ring in Amsterdam. Toch lijkt de overlast groter in de gebieden met een hogere parkeerdruk. Onderzoek zal moeten uitwijzen waar de fietsparkeerdruk werkelijk het hoogst is en waar verandering nodig is.
Een opmerking die gemaakt moet worden bij de adviezen voor segmentatie is de ‘hypothetical bias’ die kan ontstaan wanneer mensen enquêtes beantwoorden. De mening van bewoners is heel belang-rijk en er blijkt een hoge mate van ontevredenheid door geparkeerde fietsen op straat, maar uit on-derzoek blijkt dat respondenten kunnen chargeren: dit houdt in dat ze de situatie anders of ernstiger schetsen dan hij in werkelijkheid is, voor eigen bestwil of voor anderen.
Handhaving blijft nodig. Maatregelen voor fietsparkeren en het weghalen van fietswrakken wordt ge-waardeerd en aangemoedigd door bewoners. De gemeente kan haar beleid met betrekking tot het weghalen van fietswrakken doorzetten en dit op enkele locaties wellicht aanscherpen.
Oppassen met communicatie. Het lijkt tegenstrijdig om vanuit de gemeente betaald fietsparkeren te stimuleren. Fietsgebruik is jarenlang gestimuleerd door de overheid, omdat het vele maatschappelijke voordelen kent. De gemeente moet daarom zorgvuldig omgaan met communicatie naar bewoners wanneer betaald fietsparkeren in bepaalde woonwijken wordt aangemoedigd. De focus zal moeten liggen op het verbeteren van de openbare ruimte en de mogelijkheid tot het veilig stallen van een fiets bij de ontwikkeling van inpandige fietsenstallingen.
Samenwerken. Het onderzoek toont aan dat mensen met een duurdere fiets meer bereid zijn te beta-len voor inpandige fietsenstallingen op 0 tot 2 minuten loopafstand. Voor fietsenstallingen die verder weg liggen, maakt de aankoopwaarde geen verschil meer. De loopafstand naar de woning wordt dan de belangrijkste afweging. Het is voor de gemeente of ondernemers lastig om met mensen in contact te komen op het moment dat een (duurdere) fiets wordt aangeschaft. Daarom is het een idee om samenwerkingsverbanden te starten met bijvoorbeeld fietsenwinkels en verzekeringsmaatschappijen. Zij kunnen deze mensen informeren over de mogelijkheden voor het parkeren van fietsen in inpandige fietsenstallingen.
Vervolgonderzoek
Deze studie laat zien dat er een bereidheid om te betalen is voor inpandige fietsenstallingen en dat er een hoog irritatieniveau is betreffende geparkeerde fietsen op de stoep. Het is interessant om een (aantal) pilot(s) in specifieke straten in Amsterdam te starten om te analyseren of de resultaten van deze studie werkelijk aansluiten bij het gedrag en de meningen van de bewoners van Amsterdam. Zullen mensen werkelijk gebruik maken van en betalen voor inpandige fietsenstallingen wanneer deze zich op 0 tot 2 minuten loopafstand bevinden? Is er een vorm van sociale controle bij onbewaakte, inpandige fietsparkeervoorzieningen? Hebben inpandige fietsenstallingen een positief effect op de woonomgeving en kan dit uiteindelijk de kwaliteit van openbare ruimte verbeteren?
Bij het formuleren van vervolgonderzoek is het van belang om de vraagstelling in een eventuele en-quête nauwkeurig op te stellen en te testen. Het is belangrijk om eenduidige en heldere vragen te stellen. De bereidheid om te betalen voor inpandige fietsenstallingen is in dit onderzoek gebaseerd op prijs categorieën (0-5 euro, 5-10 euro etc.). Idealiter wordt deze vraag (wat bent u bereid te betalen voor..?) directer gesteld om een nauwkeuriger inzicht te krijgen in de gewenste prijs.
Het is interessant om duidelijk in kaart te brengen waar de parkeerdruk hoog is en waar het fietspar-keren voor problemen zorgt. Wanneer verder onderzoek deze gebieden definieert kunnen de wensen van bewoners worden onderzocht en kan er worden weergegeven of men bereid is zijn/haar gedrag aan te passen en voor het parkeren van de fiets te betalen.
Deze studie kan worden uitgebreid naar andere gebieden en steden. De huidige studie is specifiek op Amsterdam gericht, waardoor de uitkomsten niet algemeen toepasbaar zijn.
Het is interessant verder onderzoek te verrichten naar de aard van het irritatie gevoel bij geparkeerde fietsen op straat. Is deze irritatie alleen meetbaar op specifieke locaties in de stad? Zijn mensen voor-namelijk zelf geïrriteerd of voor anderen? Vindt men de geparkeerde fietsen een probleem voor be-reikbaarheid of heeft het te maken met de uitstraling van openbare ruimte? Wanneer er antwoorden worden gevonden op deze vragen, kunnen er toepasselijke oplossingen worden gevonden.
Tot slot
Het gepresenteerde onderzoek is een eerste stap naar meer inzicht in de waarde van de fiets in de woonomgeving, zowel vanuit de optiek van bewoners als fietsers. De resultaten laten zien dat er be-reidheid bestaat te betalen voor inpandige fietsenstallingen en dat geparkeerde fietsen op straat als hinderlijk worden ervaren. De resultaten zijn interessant voor beleidsmakers en geven tevens aanlei-ding voor verder onderzoek.