Gemeenten streven naar een samenhangend fietsroutenetwerk, al dan niet met verschillende schaalniveaus. Delft hanteert bijvoorbeeld een klassieke driedeling in niveaus. Veenendaal legt het accent op een dicht netwerk van gelijkwaardige routes. Venlo kent weer een andere variant. Het Venlose fietsplan voor de komende jaren onderscheidt naast (of boven) primaire en secundaire fietsroutes een “ruggengraat”. Op de ruggengraat komen de grote fietsstromen van diverse herkomsten en naar belangrijke bestemmingen samen. De kwaliteit voor de fietsers is hier van het hoogste niveau: rechtstreeks, geen verkeerslichten, voorrang of – bij hoofdautoroutes – ongelijkvloerse kruisingen, voldoende ruimte (3.5 - 4.0 m) en comfortabel (vlak, breed en vloeiend).