Effect van extra handhaving in woonwijken nog onduidelijk

  • Soort:Nieuws Fietsberaad
  • Datum:25-09-2006
Een pilotproject met snelheidshandhaving in de regio IJsselland heeft volgens het Bureau Verkeershandhaving uiterst positieve resultaten opgeleverd. Maar het is nog te vroeg om echt te juichen.

Een pilotproject met snelheidshandhaving in de regio IJsselland heeft volgens het Bureau Verkeershandhaving uiterst positieve resultaten opgeleverd. Maar het is nog te vroeg om echt te juichen.

Meer aandacht voor handhaving in 30 km-gebieden, door uit te gaan van klachten van burgers en minder van aantallen ongevallen. Dat voornemen werd vorig jaar gelanceerd door het Bureau Verkeershandhaving van het Openbaar Ministerie (BVOM). Verkeersofficier Koos Spee kondigde vorig jaar in het tijdschrift Fietsverkeer aan dat in alle politieregio's 1 of 2 extra fte's werden ingezet, in de regio IJsselland zelfs 13 fte's ? voor een periode van twee jaar. Opzet was om door gerichte snelheidscontroles zowel de objectieve als de subjectieve veiligheid in woonwijken en rond scholen te verbeteren.

Evaluatie
De IJssellandse pilot is nu ge�valueerd. Het persbericht van BVOM meldt een groot succes: 'Het aantal overtredingen is gedaald (gemiddeld met 50%) en de gevoelens van verkeersveiligheid zijn in vergelijking met een eerder gehouden nulmeting met 25% toegenomen.' Eerder al liet het BVOM in haar jaarverslag weten dat de gemiddelde snelheid op wegen met extra handhaving met 25% was gedaald.
Het evaluatierapport van het project IJsselland laat zien dat er zeker resultaten zijn geboekt, maar ook dat het een gering aantal locaties betreft.

Handhavingsprogramma
In het handhavingsprogramma hanteert de politie een standaardwerkwijze. Eerst inventariseert men aantallen en soorten klachten per locatie. Daarna volgt een schouw van de situatie, specifiek van de weginrichting. Als daarna besloten wordt een handhavingsproject te starten, voert men een voormeting uit. De rijsnelheden worden gemeten en met een enqu�te inventariseert men de (on)veiligheidsgevoelens.
Locatiekenmerken bepalen voor een belangrijk deel duur en intensiteit van de controles. Gedurende enkele maanden tot een half jaar wordt twee maal twee uur gecontroleerd op twee tot zeven dagen per week. Na elk project moet een nameting volgen.

Acht projecten utgevoerd
In totaal zijn 44 'klachtlocaties' in de pilot betrokken. Maar lang niet overal is daadwerkelijk het standaard-handhavingsproject uitgevoerd. Zo'n tien projecten vielen al snel af. Of omdat de weginrichting te zeer uitnodigde tot hard rijden en soms omdat snelheidsmetingen aangaven dat er weinig overtreders waren. Verder zijn er enkele uitzonderlijke projecten (bromfietsers in een voetgangersgebied; zomerse motorrijders op een dijk). En van de projecten waar wel werd gehandhaafd, is niet altijd een voormeting uitgevoerd en zijn in drie projecten nog geen nametingen uitgevoerd.
Al met al zijn er maar acht projecten, met samen twaalf wegen/locaties, die geheel volgens het boekje uitgevoerd zijn. Daar blijken de snelheden op drie locaties te zijn teruggelopen. De in het BVOM-jaarverslag aangehaalde snelheidsreductie van 25% heeft betrekking op ��n project. Maar het BVOM constateert verder dat de snelheden snel weer toenemen als de handhaving naar een 'onderhoudsniveau' (een keer per week twee uur controle) is teruggebracht. Na de periode van intensieve handhaving acht het BVOM infrastructureel ingrijpen eigenlijk steeds noodzakelijk.
Of de veiligheidswinst van de extra politieinzet nu echt spectaculair is, is dus nog de vraag.

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Effect van extra handhaving in woonwijken nog onduidelijk

Scroll naar boven