De helft van alle trips in Europa is korter dan vijf kilometer en meer dan de helft van alle gemotoriseerde transportritten kan ook met de fiets, aldus de transportministers. Dat betekent dat er volop mogelijkheden zijn het aandeel van de fiets verder te vergroten.
De ministers benadrukken ook de gezondheidsaspecten. Kinderen concentreren zich beter op school, werknemers zijn minder vaak ziek. De WHO rapporteert dat als iedere volwassene in Europa dagelijks 15 minuten loopt of fietst jaarlijks 100.000 mensen minder vroegtijdig overlijden.
Die voordelen overtreffen de risico’s van meer verkeersonveiligheid ruimschoots. Boven telt het ‘Safety in numbers’ principe. Hoe meer fietsers er zijn, hoe kleiner de risico’s worden.
En, ook mensen die niet fietsen profiteren als congesties en luchtverontreiniging afnemen.
De minister bevelen aan om fietsen te integreren in het ketenvervoer, inclusief smart mobility, waarbij de aanleg van fietsinfrastructuur en gedragsbeïnvloedingsprogramma’s onmisbaar zijn.
Verder moet er een Europees strategisch document worden opgesteld waarin helder wordt gemaakt wat de Europese doelstellingen zijn en met een overzicht van de financieringsmogelijkheden die al aanwezig en nog nodig zijn om het aandeel van de fiets te vergroten en de werkgelegenheid mee te laten profiteren.
En tenslotte moet er een Europees coördinatiepunt komen voor de fiets, voor fietsvragen, uitwisseling van best practices (met de nadruk op verkeersveiligheid) en het monitoren van Europese activiteiten op dit terrein.