De wetenschappers gebruikten data die verzameld zijn tijdens de City Cycling campagne, die sinds 2008 elk jaar van mei tot september plaatsvindt in Duitsland. Gemeenten worden tijdens deze campagne aangemoedigd om fietsgebruik voor dagelijkse fietsritten te promoten in een periode van drie weken. In 2022 deden hier 2400 Duitse gemeenten aan mee. Deelnemende fietsers konden een app downloaden om hun ritten tijdens de campagne mee op te nemen. Deze legde onder meer gps-data en acceleratie vast.
 
De studie vergeleek data van zes Duitse steden: Freiburg, Dresden, München, Darmstadt, Offenburg en Weimar. Deze steden verschillen in het aandeel fiets in de modal split, aantal inwoners, oppervlakte en topografie (vlak of heuvelachtig). 12.668 fietsers legden hier in 2022 ruim 200.000 fietsritten vast, waarvan er ruim 183.000 bruikbaar waren voor de analyse.
 
Uit de resultaten bleek dat de gemiddelde snelheid van fietsers in de meeste steden vergelijkbaar was. Alleen in Weimar lag deze lager, mogelijk door het de historische structuur van de binnenstad en het wegdek van kinderkopjes. De lengte van de fietsritten verschilde ook en hing mogelijk samen met de grootte van de stad en de ruimtelijke inrichting – afstand tussen wonen en werken. In kleinere steden als Weimar en Offenburg stonden fietsers per kilometer minder vaak stil voor verkeerslichten en kruispunten en hadden ze significant minder wachttijd tijdens de rit dan in grotere steden.
Variabelen als reistijd, het moeten rijden in gemengd verkeer en kwaliteit van het wegdek hadden een grotendeels vergelijkbaar effect op routekeuze in de verschillende steden. Verschillen hangen mogelijk samen met de dichtheid van het fietsnetwerk, variaties in fiets- en autogebruik.  
 
Dit onderzoek is een eerste verkenning, om meer gefundeerde uitspraken te doen over de oorzaak van verschillen en overeenkomsten moeten data van meer steden met elkaar worden vergeleken. De auteurs van het artikel, dat op 26 mei 2025 online werd gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift European Transport Research Review, merken voorzichtig op dat de gevonden overeenkomsten tussen steden laten zien dat fietspromotie niet altijd stadsspecifiek hoeft te zijn. Evengoed is het ontwikkelen van stadsspecifieke fietsmodellen waardevol voor het voorspellen van de vraag.