In het Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan (GVVP) van 1998, zijn voor verschillende vervoerswijzen de meest optimale netwerken vastgesteld door de gemeenteraad van Heeze-Leende. In 2004 is het GVVP geëvalueerd, en daarmee zijn een aantal niet gehaalde doelen genoemd, die nog moesten worden uitgevoerd. Eén daarvan is het uitwerken van een fietsnetwerk.
Met het collegeprogramma 2006 – 2010 ‘Bakens en Boeien’ heeft het huidige college aangegeven middels een fietsbeleidsplan de fiets meer op de agenda te zetten. In het Regionaal akkoord Bereikbaarheidsprogramma Zuidoostvleugel Brabantstad, is aangegeven dat de komende jaren het gebruik van het autoverkeer zal toenemen, zowel lokaal als regionaal en dat de regio zal dichtslibben. Om dit dichtslibben te voorkomen zullen meerdere maatregelen getroffen dienen te worden. Een van de maatregelen is het stimuleren van alternatieve vervoerswijzen, zoals het (brom)fietsverkeer. Zeker voor een reisafstand tot circa 10 km. Om de fietsers op de fiets te houden en automobilisten te verleiden tot overstappen naar de fiets zal het fietsnetwerk aan een aantal eisen dienen te voldoen. Om de gemeente tegemoet te komen bij haar inspanningen heeft de SRE de mogelijkheid om subsidie te verlenen. Daarnaast is de wens geuit te kijken naar de ongevalcijfers waarbij (brom)fietsers waren betrokken.
Doelstelling
Middels een fietsbeleidsplan te komen tot optimaal fietsnetwerk, dat voldoet aan de eisen van de fietser. Dit fietsbeleidsplan dient aan te sluiten op het Regionaal Verkeers- en Vervoersplan dat is opgesteld door het SRE.
Om deze doelstelling te realiseren is het nodig de fietsinfrastructuur te creëren die:
- Directe en samenhangende routes heeft;
- Verkeersveilig is voor (brom)fietsers;
- Comfortabele en aantrekkelijk routes heeft;
- De concurrentiepositie fiets verbetert ten opzichte van de auto;
Daarnaast heeft de Gemeente Heeze-Leende zich tot doel gesteld om met name het recreatieve fietsverkeer te stimuleren.
Leeswijzer
Alle fietspaden in de gemeente Heeze-Leende zijn onder te verdelen onder fietspaden die
verbindingen vormen tussen de kernen onderling en buiten de gemeente, maar ook met
bestemmingen en herkomsten binnen de bebouwde kom, en de recreatieve fietspaden.
Om te komen tot een gedegen fietspadenplan, wordt in het tweede hoofdstuk eerst de theoretische achtergrond behandeld waar een fietsnetwerk aan moet voldoen. Er zijn drie verschillende soorten fietsverbindingen, welke chronologische door het hele rapport behandeld worden. Het betreft de regionale fietsverbindingen, de lokale fietsverbindingen en de recreatieve fietsverbindingen. In het derde hoofdstuk worden de regionale verbindingen van Heeze-Leende beschreven. In het vierde, vijfde en zesde hoofdstuk worden achtereenvolgens de lokale verbindingen van Heeze, Leende en Sterksel behandeld. In het zevende hoofdstuk worden de recreatieve verbindingen van Heeze-Leende behandeld. Om een inzicht te krijgen in de objectieve veiligheid van de fietspaden, is in hoofdstuk 8 een samenvatting gegeven van de (brom)fietsongevalcijfers van Heeze-Leende. In hoofdstuk 9 worden de theoretische maatregelen opgesomd welke nodig zijn om het huidige fietsnetwerk te laten voldoen aan de gewenste fietskwaliteit, zoals genoemd in hoofdstuk twee. De prioritering en kosten van de maatregelen worden niet in deze rapportage behandeld. Hiervoor wordt verwezen naar de nog vast te stellen Uitvoeringsnotitie van de Gebiedsgerichte Verkenning. Als laatste wordt in hoofdstuk 10 aangegeven wat de mogelijkheden zijn van subsidie. Van de fietsverbindingen zijn de diverse aspecten geïnventariseerd, die zijn opgenomen in de bijlagen.