In het vorig jaar verschenen actieplan ‘Fietsparkeren bij stations’ zijn al de nodige de voorwaarden opgenomen waaraan decentrale overheden moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een rijksbijdrage voor de aanleg van fietsparkeervoorzieningen bij stations. Deze voorwaarden zijn onder andere een goede benutting van de beschikbare capaciteit, een weesfietsenaanpak en een sluitende businesscase als het een rijksbijdrage voor een inpandige fietsparkeervoorziening betreft.
Op verzoek van de Kamer komt de minister nu met aanvullende voorwaarden waardoor in de omgeving van stations de mogelijkheid blijft bestaan fietsen gratis te parkeren. Een van die voorwaarden is dat er een gratis stalling op maximaal 400 meter moet zijn. Dat voor inpandige fietsenstallingen betaald moet worden is niet onredelijk, aldus de minister. Daar krijgt de reiziger ook iets voor terug: de fiets heeft niet te lijden van de weersomstandigheden, er is sprake van toezicht, en de loopafstand tot het station is kort. Reizigers die hun fiets gratis willen parkeren, kunnen dat in het vervolg iets verderop doen, maar nog altijd op een redelijke loopafstand. De situatie zal zich vooral voordoen bij grote stations in de grotere steden.
De tweede nieuwe voorwaarde betreft de sluitende businesscase. Die geldt nu al als voorwaarde om in aanmerking te komen voor cofinanciering van een inpandige fietsparkeervoorziening. Een aanvullende voorwaarde is dat uit deze businesscase duidelijk dient te worden hoe op het onderdeel exploitatie tariefdifferentiatie wordt ingezet om te bereiken dat de fietsparkeervoorziening wordt gebruikt waarvoor deze is bedoeld. Namelijk niet als een (gratis) permanente privé-stalling. Tariefdifferentiatie veronderstelt dat het aanbod (tot uitdrukking komend in de kwaliteit van de voorziening, de loopafstand tot het station, of stallingsduur, en daarbij rekening houdend met lokale omstandigheden) in overeenstemming is met de prijs die wordt gevraagd. Met als resultaat dat treinreizigers bereid zijn de gevraagde prijs te betalen voor het tijdelijk (in de praktijk veelal minder dan een etmaal) bewaakt parkeren van hun fiets. Gratis parkeren voor een beperkte periode, bijvoorbeeld 24 uur, kan onderdeel uitmaken van deze business case, aldus de minister.