De nieuwe generatie stallingen zijn groot. Maar tegelijk probeert men de stallingen zo te ontwerpen dat de overstap van fiets naar trein zo makkelijk mogelijk wordt gemaakt. En dat men zijn fiets ook weer weet terug te vinden.
Zo kunnen Rotterdammers hun fiets stallen in het hart van het stationsgebied, op korte loopafstand van de OV-terminal en bus-, tram- en metrohaltes. Elk pad in de stalling heeft een nummer en de handvatten van de fietsenrekken hebben één van zes kleuren. Hierdoor is de fiets gemakkelijk terug te vinden. De stalling heeft sensoren, die bijhouden hoe lang een fiets is gestald. De fiets wordt weggehaald als de termijn is overschreden.
De megastalling bij Utrecht CS krijgt een 'verdeelrotonde'. De fietser rijdt de stalling binnen, bijna tot aan zijn stallingsplek. Daarna loopt hij direct door naar het station.
Ook aan de Zuidas merkt men dat steeds meer treinreizigers en buurtbewoners per fiets naar het station komen. Reden om een tweede fietsparkeergarage bij het station te bouwen, naast de stalling onder het Zuidplein.
De nieuwe parkeergarage onder het Mahlerplein aan de andere kant van het station, die overigens deels wordt gebouwd als compensatie voor bovengrondse stallingen die verdwijnen als straks de A10 ondergronds gaat, wordt ruim, licht en groot. Je kunt moeiteloos naar beneden op een tapis roulant, een roltrap waar je je fiets aan de hand kunt houden. Nog niet bekend is wanneer de stalling klaar is. Eind van dit jaar wordt begonnen met de keuze van de aannemer.
Waar men nog wel mee worstelt, is de vraag welk betaalregime het beste werkt in zo'n grote stalling. Aanvankelijk wilde men in de nieuwe stalling aan de westzijde van Utrecht CS een gedifferentieerd tarief invoeren, waarbij fietsers meer zouden moeten betalen voor de beste plekken. Maar voor Utrecht heeft men daar inmiddels vanaf gezien. Er komt één betalingsregime. Volgens Remco Wieland, directeur ketenbeheer van NS heeft de ervaring - onder meer in Arnhem - inmiddels geleerd dat niet twee regimes in een stalling kan hebben. 'Het verschil tussen betaald bewaakt en onbewaakt met toezicht is te klein.'
Toch gaat Rotterdam het wel proberen. In de nieuwe stalling in Rotterdam CS is een gedeelte gratis met toezicht en een gedeelte betaald bewaakt. Inge Rijgersberg, woordvoerder van de regiodirectie zuid van NS, legt uit dat al in 2006 voor deze combinatie van bewaakt betaald en onbewaakt met toezicht is gekozen. ‘Gemeente, Prorail en NS Stations hebben toen met elkaar afgesproken om de exploitatie van de nieuwe stalling te starten met 1.430 bewaakt betaalde plekken en 3.760 gratis plekken met toezicht.’
Rijgersberg geeft aan dat ervaringen in de stalling in Den Bosch en Arnhem met deze combinatie niet onverdeeld positief zijn. ‘In de stalling in Rotterdam kan, net als in Arnhem en Den Bosch, een inefficiënte benutting van de stalling ontstaan. Dat zou zonde zijn van de spaarzame stallingscapaciteit op het totale station.’
‘In nauwe samenwerking met de gemeente’ is daarom afgesproken de komende tijd te kijken hoe de stalling functioneert. Rijgersberg: ‘We gaan scherp monitoren, met name op klantvriendelijkheid, veiligheid en efficiënte benutting. Op basis van de resultaten zullen de drie partijen indien nodig weer in overleg gaan en aanvullende afspraken maken.’ Rijgersberg benadrukt dat ‘NS en de gemeente beide waarde hechten aan de mogelijkheid om gratis fietsen te stallen bij het station.’