Vertrekpunt van het Deense onderzoek ‘New Cyclists’ was een enquête onder 25 duizend fietsers die meededen aan een ‘Fiets naar je werk’ campagne. Daaruit blijkt dat 99 procent van de Denen zichzelf ziet als ervaren fietsers, hoewel velen zeker niet dagelijks fietsen. Maar tegelijkertijd zien ze zichzelf ook als automobilist, ov-gebruiker en voetganger.
Volgens de onderzoekers betekent dit dat Denen zich niet zien als beginner, noch als fanatieke fietser met een afkeer van andere vervoerwijzen. Daarom moet een fietscampagne gericht en concreet zijn bij het benaderen van een doelgroep en uitgaan van de theoretische en reële scenario’s waar die mee te maken heeft.
Voor de minder frequente fietsers vormen individuele barrières de belangrijkste hindernis om fietsen als gewoonte in het dagelijkse patroon op te nemen. De barrières zijn concreet en gevarieerd en hebben niet alleen te maken met de dagelijkse rit, maar ook met de invloed die het wijzigen van gewoonten heeft op de dagelijkse routine, aldus het onderzoek.
Het sociale aspect is belangrijk als het gaat om het veranderen van vervoergewoonten. Deel uitmaken van een groep helpt bijvoorbeeld om een actievere fietser te worden. Het help ook om - al dan niet reële - problemen uit de weg te ruimen. Permanente begeleiding van ervaren fietsers is volgens de studie daarom behulpzaam om minder ervaren fietser over de streep te halen.
Naast individuele barrières speelt ook de kwaliteit van de infrastructuur een rol. In de steden heeft men dat inmiddels wel in de gaten, maar op het platteland waar de afstanden groter zijn en er minder fietsers rijden, zou moet men daar meer rekening mee kunnen houden, aldus één van de aanbevelingen uit het rapport.