Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Investeer niet fietsinfrastructuur als de vraag er niet is

‘Investeer niet in fietsinfrastructuur als de vraag er niet is’

  • Soort:Nieuws Fietsberaad
  • Datum:15-09-2017

Kijk uit met investeringen in fietsinfrastructuur, wanneer de lokale bevolking er niet om gevraagd heeft. Want het effect op het fietsgebruik wordt meestal overschat. Dat stelt prof. Dr.ir. Caspar Chorus, hoogleraar ‘Choice behavior modeling&' aan de TU Delft.


In onderzoek naar de determinanten van gebruik van de fiets, wordt meestal onderscheid gemaakt tussen zogenaamde ‘harde’ en ‘zachte’ factoren. Harde factoren betreffen voornamelijk ruimtegebruik, zoals de aanwezigheid van goede fietsinfrastructuur; zachte factoren betreffen veelal attitudes. Vraag die veel beleidsmensen zich stellen, is welke harde en zachte factoren ervoor zorgen dat mensen geneigd zijn de fiets te gebruiken.

Volgens Chorus laat onderzoek aan de TU Delft en andere universiteiten zien dat de meeste studies het verband tussen deze variabelen op fietsgebruik aanzienlijk overschatten.

Dat heeft ermee te maken dat via de gebruikelijke wijze van onderzoek waarbij een persoon één keer wordt ondervraagd, men meestal een sterke verband vindt tussen de attitude richting fietsen en het gebruik van de fiets. Maar daarmee is nog niet aangetoond dat iemand die een positievere attitude krijgt richting fietsen, meer gaat fietsen.

Onderzoek van de TU Delft met behulp van het LISS-panel (dat is gebruikt bij verkiezingsonderzoek met een dwarsdoorsnede van de bevolking) laat zien dat eerder het omgekeerde waar is. Het effect van fietsgebruik op attitude richting de fiets is bijna twee keer groter dan het omgekeerde effect.

Ook infrastructuur is in veel mindere mate een voorspeller van fietsgebruik dan men denkt, aldus Chorus. Daar is geen onderzoek naar gedaan door de TU, maar Chorus illustreert dat aan de hand van een gedachte-experiment.

In democratische landen worden deze politici gekozen op basis van – onder andere –hun beloften aan kiezers, en hun track record. Met andere woorden, wanneer inwoners van een stad graag fietsen, en niet tevreden zijn over de beschikbare fietsinfrastructuur, zullen zij geneigd zijn – bijvoorbeeld bij gemeenteraadsverkiezingen – te stemmen op een partij of persoon die belooft dat er meer en/of betere fietsinfrastructuur komt. Conclusie: achter een verbetering of uitbreiding van fietsinfrastructuur door een overheid ligt een wens (om te fietsen) van de bevolking ten grondslag. Het gevolg van dit politieke proces, is dat fietsinfrastructuur het best is, daar waar mensen graag fietsen en dus behoefte hebben aan deze infrastructuur. Ook hier geldt dus dat de omgekeerde causaliteit – van de wens om te fietsen naar fietsinfrastructuur – waarschijnlijk sterker is dan de vaak veronderstelde causaliteit – van fietsinfrastructuur naar fietsgebruik.

Conclusie voor beleidsmakers en professionals: wees uiterst voorzichtig bij de interpretatie van resultaten van onderzoek. ‘En kijk uit met investeringen in fietsinfrastructuur, wanneer de lokale bevolking er niet om gevraagd heeft.’

 

Relevantie

Scroll naar boven