Dat stelt afstudeerder Pieter van Zessen die bij Movares werkte aan zijn scriptie over de potentie van de deelfiets in Nederland.
Hij sprak daartoe onder meer met een aantal fietsexperts en bestudeerde cases in binnen- en buitenland. Van Zessen beschrijft drie mogelijke scenario’s ten aanzien van de ontwikkeling van de deelfiets.
Een scenario waarbij de deelfiets breed in een fijnmazig systeem overal in de stad verschijnt lijkt het minst kansrijk. Enerzijds gezien de fietsdichtheid die we in Nederland kennen, anderzijds omdat de overheid zo’n ontwikkeling wil dwarsbomen omdat verrommeling van de openbare ruimte op de loer licht als dergelijke ‘free floating’-systemen zonder dockingstations á la China de overhand krijgen.
Kansrijker acht hij de deelfiets die alleen te vinden is op belangrijke centrumlocaties en bij belangrijke functies in de stad. De voorkeur zou dan moeten uitgaan naar geofencing systemen waarmee de gebruiker verplicht kan worden om de fiets op een bepaalde plaats terug te zetten. Daarmee vermijdt men de nadelen van free floating systemen en van systemen met dockingstations die openbare ruimte claimen.
Een derde optie is OV-Fiets+. OV-Fiets heeft zijn bestaansrecht in het natransport inmiddels bewezen en kan de rol nog uitbreiden door op meer plaatsen fietsen beschikbaar te stellen. De kans dat dit gebeurt lijkt overigens niet zo groot. Eventueel kan die aanvullende rol worden ingevuld door het bedrijfsleven. Indien die laatste twee scenario’s werkelijkheid worden, zal de invloed op het fietsbezit en het stedelijke OV beperkt blijven, zo verwacht Van Zessen. Wel is er sprake van enige invloed op het stedelijke autogebruik en omdat men vaker voor de trein zal kiezen op het OV-gebruik.