Kader Fietsparkeren

  • Soort:Beleidsdocumenten
  • Auteur:Thomas Koorn e.a.
  • Uitgever:Gemeente Amsterdam
  • Datum:05-03-2015

In het Kader Fietsparkeren Amsterdam staan de belangrijkste uitgangspunten van het fietsparkeerbeleid van de gemeente Amsterdam. Het is een nadere uitwerking van de Mobiliteitsaanpak Amsterdam voor het onderwerp fietsparkeren.


 

Klik op de knop om de link te openen (opent in een nieuw venster)

downloaden
  • Uitgangspunt is dat Amsterdam op een kosteneffectieve wijze de beschikbare fietsparkeercapaciteit wil verhogen. Dit begint met het goed benutten van de bestaande fietsvoorzieningen. Op dit moment, en met inbegrip van de huidige handhavingsinspanningen, is ongeveer 15% van de bestaande fietsparkeercapaciteit op straat bezet door ongebruikte fietsen (12%), verwaarloosde fietsen (2%) en wrakken (1%). Dat betekent dat ongeveer 40.000 fietsparkeerplekken in de hoofdstad structureel niet beschikbaar zijn voor actieve fietsers.

    Verwaarloosde fietsen en wrakken kunnen met de huidige regelgeving relatief eenvoudig worden verwijderd aldus de nota. Dat geldt niet voor de 12% fietsen die ongebruikt in de rekken staan of daarbuiten. Om deze fietsen te verwijderen is onder andere bij station Amsterdam Centraal en het Leidseplein een maximale fietsparkeerduur ingesteld. Het blijkt voor deze gebieden een succesvolle maatregel. Het aantal ongebruikte fietsen is gedaald naar minder dan 2%. Stadsdelen passen deze maatregel dan ook steeds vaker toe, bijvoorbeeld in enkele winkelstraten. Inmiddels zijn er in Amsterdam meer dan 30 gebieden binnen de ring A10 waar een maximale fietsparkeerduur geldt. Om te voorkomen dat er een onoverzichtelijke lappendeken ontstaat met verschillende fietsparkeerregimes per locatie, gaat Amsterdam binnen de ring A10, ten zuiden van het IJ, een uniforme maximale fietsparkeerduur van 6 weken instellen. Door deze maatregel kunnen naar schatting ongeveer 30.000 extra plekken (12%) in de bestaande rekken worden gecreëerd. Als de bezettingsgraad op een locatie na het ruimen van fietswrakken en ongebruikte fietsen boven de 85% is plaatst de gemeente waar mogelijk en wenselijk nietjes of rekken bij.

    Als er op straat onvoldoende ruimte is voor extra nietjes, dan kan een inpandige of ondergrondse stalling worden overwogen. Daarbij wordt een aantal afwegingscriteria gehanteerd, waaronder de kosten voor zo’n stalling. Andere criterium is het effect van de aanwezigheid van een stalling op de totale reistijd van de fietser. Over het algemeen geldt: hoe dichter bij de bestemming de stalling is, hoe korter de totale reistijd. Dit is vooral voor kortparkeerders een belangrijk criterium. Bij langparkeerders komen daar ook nog eens comfortaspecten bij. Verder zijn maatregelen die weinig – schaarse - openbare ruimte innemen aantrekkelijk. Ook de waarde van de grond speelt hierbij een rol.

Relevantie

Scroll naar boven