Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Meerjarenplan Verkeersveiligheid Amsterdam 2012 2015

Meerjarenplan Verkeersveiligheid Amsterdam 2012-2015

  • Soort:Beleidsdocumenten
  • Auteur:Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer, Gemeente Amsterdam
  • Uitgever:Gemeente Amsterdam
  • Datum:02-01-2012

Het Meerjarenplan Verkeersveiligheid van de gemeente Amsterdam 2012-2015. Het nieuwe veiligheidsplan van Amsterdam focust op duurzaam veilige infra voor vooral fietsers. En daarnaast veel educatie en handhaving.


 

Klik op de knop om de link te openen (opent in een nieuw venster)

downloaden
  • Aantal ernstig gewonden in het Amsterdamse verkeer stijgt
    In de afgelopen vijftig jaar is het aantal dodelijke verkeersongevallen in Amsterdam flink
    gedaald, van jaarlijks meer dan 100 naar ongeveer 15 slachtoffers. Echter, uit een nieuw
    onderzoek van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) blijkt
    dat het aantal ernstig gewonden veel hoger is dan het aantal dat in de voorgaande jaren
    in de landelijke database werd weergegeven1. Na een daling tot 2001 is het aantal ernstig
    gewonden een paar jaar op een gelijk niveau gebleven. Vanaf 2006 is het aantal ernstig
    gewonden2 gestegen van 785 tot ongeveer 950 in 2009.

    Analyse verkeersongevallen

    Doelgroepen
    Veruit het grootste deel van de ernstig gewonden zijn fietsers (56%). Sinds 2000 is het
    aantal fietsslachtoffers ook het sterkst gestegen. Het aandeel ernstig gewonde brom- en
    snorfietsers is ook opvallend (16%), zeker omdat brom- en snorfietsen nog relatief weinig
    worden gebruikt. Het risico om slachtoffer te worden van een verkeersongeval is het
    grootst voor pubers (16 en 17 jaar) en jong volwassenen (18 t/m 24 jaar).

    Oorzaken van ongevallen
    Ongevallen zijn in 42% van de gevallen toe te schrijven aan voorrangsfouten. Alhoewel
    dit een menselijke fout is, ligt hier nog wel een opgave om de voorrangsfouten door een
    betere inrichting van de infrastructuur zo veel mogelijk te voorkomen. Dat kan o.a. door de
    snelheid op kruispunten te verlagen en door de voorrangssituatie op kruispunten te benadrukken. Andere veelvoorkomende oorzaken zijn een te hoge snelheid (vooral door bromen snorfietsers) en weggebruikers die door rood licht rijden. Recent onderzoek van de
    SWOV toont aan dat er nog een opvallend grote groep ongevallen is waarbij geen ander
    voertuig is betrokken. Deze zogenaamde enkelvoudige ongevallen komen vooral veel voor
    bij fietsers en brom- en snorfietsers. Enkelvoudige ongevallen kunnen ontstaan door bijvoorbeeld paaltjes, losliggende stoeptegels, zachte bermen, etc.

    De status van de infrastructuur

    • Kruisingen:
      Het aantal blackspots is de laatste jaren sterk gedaald van 167 in de periode 1999 – 2001 naar 66 in de periode 2007 – 2009.
    • Wegvakken:
      Van de 50 km/h-wegen op het regionaal netwerk fiets is 23% nog niet ingericht volgens de richtlijnen van Duurzaam Veilig3. Op het deel dat niet Duurzaam Veilig is ingericht (50 km/h-wegen zonder vrijliggende fietspaden) zijn twee keer zo veel verkeersslachtoffers per kilometer gevallen als op het Duurzaam Veilige deel van dit netwerk.

    Conclusie
    Sinds 1998 zijn veel kruispunten in Amsterdam veiliger gemaakt. Dit is terug te zien in een
    daling in het aantal ongevallen op deze kruispunten. De daling heeft echter niet geleid
    tot een daling van het totaal aantal ongevallen in Amsterdam. Er is vooral een stijging te
    zien van het aantal ernstige fietsslachtoffers en brom- en snorfietsslachtoffers. De stijging
    van het aantal ongevallen heeft voor een deel te maken met een toename van het aantal
    inwoners (30.000 tussen 2001 en 2008), maar ook het aantal ongevallen per inwoner van
    Amsterdam is gestegen. Dit komt onder andere door een toename van het fietsgebruik
    (kwetsbare verkeersdeelnemers), vooral binnen de ring A10 en een toename van het bromen snorfietsgebruik. Er wordt een verdere groei van het fietsverkeer verwacht en daarbij komt de sterke groei van tweewielers met een hoge snelheid (brom- en snorfietsers en elektrische fietsen) die van dezelfde infrastructuur gebruik moeten maken. Dit betekent
    dat er veel moet gebeuren om het aantal verkeersongevallen te beperken.

    Doelstelling
    Voor dit meerjarenplan wordt vastgehouden aan de doelstelling die in het Strategisch Plan
    Verkeersveiligheid van het ministerie is opgenomen. De minister streeft naar een afname
    van 25% van het aantal ernstig gewonden in 10 jaar tijd. Omdat het aantal inwoners in
    Amsterdam de komende jaren nog flink zal stijgen, wordt de Amsterdamse doelstelling
    gerelateerd aan het aantal inwoners. Als nulmeting wordt het meetjaar 2010 aangehouden.
    Het aantal ernstig gewonden moet in 2020 gedaald zijn van 120 ernstig gewonden
    per 100.000 inwoners (gemiddelde 2007 t/m 2009) naar maximaal 90 ernstig gewonden
    per 100.000 inwoners (gemiddelde 2017 t/m 2019). Het effect van de maatregelen moet
    vooral in de jaren 2015 t/m 2020 zichtbaar worden. De streefwaarde voor 2015 is maximaal
    105 ernstig gewonden per 100.000 inwoners.

    Strategie

    Van een knelpuntgerichte benadering naar generieke maatregelen
    Door het veiliger maken van de gevaarlijkste kruispunten (blackspots) en wegen (red-routes) kan een deel van de ernstige ongevallen voorkomen worden, maar bij een aantal van deze kruispunten is het te verwachten rendement minder hoog. Tegelijkertijd vindt een
    groot deel van de ongevallen niet op deze wegen en kruispunten plaats, maar verspreid
    over het netwerk. Daarom worden, op een groter deel van het netwerk, generieke maatregelen getroffen om veelvoorkomende ongevallen bij de grootste slachtoffergroepen te voorkomen. De verwachting is dat met deze aanpak ongevallen voorkomen kunnen worden voordat locaties uitgroeien tot een red-route of blackspot.

    Een groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid van verkeerdeelnemers
    Ongevallen kunnen niet alleen voorkomen worden door aanpassingen aan de infrastructuur. Menselijke fouten spelen bij bijna alle ongevallen een rol. Daarom is het voorkomen van ongevallen vooral een verantwoordelijkheid van verkeersdeelnemers zelf. Vooral op die plekken waar veel verkeer is en de ruimte beperkt, moeten Amsterdammers zich concentreren op hun taak als verkeersdeelnemer. Alleen als verkeersdeelnemers zich aan de verkeersregels houden, geduldig zijn en elkaar wat meer de ruimte geven is het mogelijk om het aantal ongevallen in Amsterdam weer te laten dalen. Extra investeringen in
    gedragsverandering (educatie, voorlichting en handhaving) zijn noodzakelijk.

    De aanpak – veilige infrastructuur, veilig gedrag weggebruikers
    Het meerjarenplan richt zich op het veiliger maken van de infrastructuur en het beïnvloeden
    van het gedrag van verkeersdeelnemers door onderwijs, voorlichting en handhaving. De focus ligt bij het voorkomen van ongevallen onder fietsers, brom- en snorfietsers en
    voetgangers.

    Een veilige infrastructuur

    Duurzaam Veilig – scheiden kwetsbare verkeersdeelnemers van gemotoriseerd verkeer
    Op 23% van de 50 km/h-wegen op regionaal netwerk fiets is geen fysieke scheiding tussen
    kwetsbare verkeersdeelnemers en het gemotoriseerde verkeer (zie bijlage 4). Op deze
    straten vallen twee keer zo veel verkeerslachtoffers. Het streven is om alle straten die vanwege groot onderhoud op de schop moeten, in te richten volgens de principes van Duurzaam Veilig. Dit voornemen wordt verder uitgewerkt in de MobiliteitsAanpak Amsterdam.

    Proactieve aanpak op korte termijn: generieke maatregelen
    Niet alle straten kunnen op korte termijn voorzien worden van een nieuw profiel. Met een
    programma van generieke maatregelen, worden ongevallen zo veel mogelijk voorkomen,
    ook als een kostbare herprofilering nog niet gepland is. De focus van het programma met
    generieke maatregelen ligt bij het voorkomen van ongevallen met fietsers, voetgangers,
    brom- en snorfietsers. De maatregelen voor fietsers richten zich onder andere op het verduidelijken van voorrang en het voorkomen van enkelvoudige ongevallen (ongevallen
    waar geen andere weggebruikers bij betrokken zijn). Voor voetgangers is onlangs een programma gestart om oversteekplaatsen veiliger te maken. Om het aantal ongevallen onder bromfietsers te verlagen wordt onderzocht of het mogelijk is om de bromfiets nog vaker van het fietspad te weren. Samen met de Stadsregio Amsterdam onderzoekt de gemeente de verkeersveiligheid rondom basisscholen.

    Aanpak knelpunten: blackspots en red-routes
    Ook in de komende jaren wordt ingezet op het veiliger maken van de meest gevaarlijke
    kruispunten en wegen in Amsterdam. Het programma bestaat uit de aanpak vanblackspots, red-routes en onderzoek naar kruispunten waar dodelijke ongevallen hebben plaatsgevonden.

    Mensen gedragen zich veiliger in het verkeer
    Ten opzichte van het vorige Meerjarenplan Verkeersveiligheid wordt er intensiever ingezet op gedragsbeïnvloeding. Deze extra inzet zit vooral in praktische vaardigheden voor het basisonderwijs, extra aandacht voor verkeerseducatie op het voorgezet onderwijs en extra aandacht voor het handhaven op verkeersovertredingen die veel in Amsterdam voorkomen.

    Kennis en vaardigheden
    Met het bijbrengen van kennis over het verkeer en het aanleren van praktische vaardigheden kan niet vroeg genoeg worden begonnen. Net als in de voorgaande jaren krijgen alle Amsterdamse basisscholen verkeerseducatiepakketten aangeboden. Omdat voor kinderen en jongeren de rol van ouders en opvoeders essentieel is, wordt hier extra aandacht aan
    besteed, vooral door de inzet van verkeersouders.
    Er worden pilots gestart om kinderen praktische vaardigheden aan te leren in die stadsdelen
    waar het minst gefietst wordt. Zo worden (als pilot) fietslessen aangeboden op basisscholen
    in stadsdeel Zuid-Oost. In stadsdeel Nieuw-West wordt een programma gedraaid
    met als doel om kinderen te leren hoe ze veilig naar hun nieuwe school van het Voortgezet
    Onderwijs moeten fietsen.

    Er komt meer aandacht voor de verkeerseducatie voor jongeren en jong volwassenen
    (leeftijdsgroep 12 t/m 18 jaar), omdat deze groep relatief vaak betrokken is bij ongevallen.
    Weggebruikers uit deze groep moeten vooral hun eigen grenzen leren kennen en respecteren. Op het Voortgezet Onderwijs worden verschillende modules aangeboden, waarin onder andere het gebruik van drugs en alcohol in het verkeer wordt behandeld. Voor 60-plussers worden informatiedagen georganiseerd om hen te helpen in het hedendaagse drukke verkeer.

    De juiste instelling
    Voor iedereen die zich niet aan de verkeersregels houdt, wordt handhaving ingezet. De
    handhaving wordt versterkt met voorlichtingscampagnes. Speciale aandacht gaat uit naar
    het gedrag van brom- en snorfietsers. In 2011 is de campagne ‘Slowriders’ gestart. Daarnaast zet de gemeente samen met de politie in op snelheidsovertredingen, negeren van rood licht, het gebruik van fietsverlichting en de ‘dode hoek’.

    Samenwerking
    De verkeersveiligheidsdoelstelling kan alleen worden behaald als de belangrijkste partijen
    op het gebied van de verkeersveiligheid (Stadsregio Amsterdam, Gemeente Amsterdam, stadsdelen en de politie) goed samenwerken. In de voorbereiding van dit Meerjarenplan is
    daartoe al een goede stap gemaakt. Om de samenwerking een vaste vorm te geven wordt
    het Platform Verkeersveiligheid opgericht. Het platform is bedoeld om de planvorming en
    uitvoering op het gebied van verkeersveiligheid af te stemmen.

    Financiën
    Voor het uitvoeren van de maatregelen die in dit Meerjarenplan staan beschreven, is jaarlijks een budget nodig van 6 7,4 mln. In het Mobiliteitsfonds is jaarlijks 6 3,7 mln opgenomen om infrastructurele maatregelen te treffen en educatiepakketten op scholen uit te zetten. De geschatte bijdrage van de stadsdelen is 6 1,4 mln. Van de Stadsregio Amsterdam wordt een bijdrage van 6 2,3 mln verwacht. Als de bijdrage van de stadsdelen of de Stadsregio Amsterdam lager uitvalt dan verwacht, dan wordt het uitvoeringsprogramma aangepast.

    Samenvatting Amsterdamse aanpak brom- en snorfietsen
    Brom- en snorfietsen worden voor 1% van alle verplaatsingen in Amsterdam gebruikt. Toch zijn er veel brom- en snorfietsers ernstig gewond geraakt in het verkeer. Maar liefst 16% van alle ernstig gewonden is een brom- of snorfietser. De toenemende populariteit van dit voertuig is dan ook zorgelijk. Ongevallen worden vooral veroorzaakt door brom- en snorfietsers die te hard rijden en door andere weggebruikers die de brom- of snorfiets geen voorrang verlenen. Dit laatste heeft waarschijnlijk ook te maken met de snelheid van brom- en snorfietsers, waardoor andere weggebruikers de brom- en snorfietsers te laat opmerken. Veel brom- en snorfietsers hebben daarnaast onvoldoende kennis van de verkeersregels. In de aanpak van de verkeersveiligheidsproblemen heeft het terugdringen van het grote aantal slachtoffers onder brom- en snorfietsers prioriteit. Verkeerseducatie, voorlichting en handhaving zijn hiervoor de belangrijkste lokale instrumenten. Dit meerjarenplan richt zich daarom vooral op het beïnvloeden van het gedrag van brom- en snorfietsers door voorlichting en handhaving op snelheidsovertredingen met de campagne Slowriders en via verkeerseducatieprogramma’s voor middelbare scholieren. Verder wordt een aantal maatregelen genomen om de infrastructuur voor brom- en snorfietsers veiliger te maken: er komt een update van het besluit ‘bromfiets naar de rijbaan’ met als doel de bromfietser zo veel mogelijk van het fietspad te weren. Daarnaast worden oorzaken voor enkelvoudige ongevallen op het fietspad aangepakt. In het kader van het Meerjarenplan Fiets wordt bekeken of de snorfiets geweerd kan worden uit parken en van vrijliggende fietspaden binnen 30km-zones om zo op een aantal locaties de overlast van de snorfiets te verminderen. Voor het veiliger maken van de brom- en snorfiets als voertuig en de aanscherping van de sancties voor verkeersovertredingen is de gemeente afhankelijk van het Rijk.

Relevantie

Scroll naar boven