De gemeente Haarlem zet in op een mobiliteitstransitie naar schone vormen van vervoer die weinig ruimte innemen. Het grootste deel van de verplaatsingen tot 2,5 kilometer in de stad zou in 2030 fietsend of lopend moeten plaatsvinden. Daarnaast zou men voor meer dan de helft van de verplaatsingen vanuit of naar Haarlem de fiets of het ov moeten gebruiken. Met het nieuwe fietsbeleid, dat na een voorbereiding van 7 maanden op 20 juni door de gemeenteraad werd vastgesteld, wil de gemeente een belangrijke stap zetten in deze transitie. De komende jaren werkt de gemeente met het ‘Actieplan Fiets 2023-2027’ aan de uitvoering van dit beleid.
De regionale en stedelijke plusroutes in het Haarlemse fietsnetwerk verbinden verschillende delen van de stad en de belangrijkste bestemmingen met elkaar. Op deze routes wil Haarlem onder meer de wachttijden op kruispunten verminderen, oversteekplaatsen verbeteren en fietsstroken en fietsstraten aanleggen. Daarnaast moeten er geen oneffenheden zijn in het wegdek en moeten de routes veilig en goed verlicht zijn.
In het centrum komen er twee grote fietsenstallingen bij en verder zet de gemeente in op buurtfietsenstallingen.
Voor het stimuleren van de fietscultuur in de stad, onder het motto ‘gemakkelijk, veilig en snel’, richt de gemeente zich bijvoorbeeld op veilig fietsen door kinderen en ouderen, het bewegen van mensen buiten de stad om de fiets te nemen en kinderen op jonge leeftijd laten kennismaken met de fiets.