Sinds 1 januari 2011 is het voor werkgevers mogelijk om de Werkkostenregeling (WKR) toe te passen. Kort gezegd mag een werkgever nu 1,4% van het loon belastingvrij uitkeren aan vergoedingen. Bijvoorbeeld voor een fiets, mag het mag ook voor andere zaken zijn. Tot 2010 stond er een vast belastingvrij bedrag van €749,- voor de aanschaf van een woon-werkfiets. (Tot 2013 geldt een overgangsregeling en mag een werkgever kiezen of men nog de oude regels toepast of overgaat op de WKR.) De vraag is of werkgevers in de toekomst alsnog kiezen voor het fiscaal aantrekkelijk maken van de aanschaf van een woon-werkfiets. Bureau Panteia vroeg dat in opdracht van het ministerie van Financiën aan een aantal werkgevers. In totaal gaf 21% van de werkgevers in 2010 gaf werknemers gelegenheid gebruik te maken van de fietsregeling. Bij de kleinste werkgevers was dit 13% en dit loopt op tot 87% bij de grootste werkgevers. De mate waarin de werkgever de mogelijkheid gaf om gebruik te maken van de fietsregeling varieert per sector van 19% in de detailhandel, horeca en overige dienstverlening tot 46% bij openbaar bestuur en onderwijs.
Van de werkgevers die de fietsregeling in 2010 kenden, bood in totaal 64% het zogenaamde cafetariamodel aan. Dit betekent dat de aanschaf van de fiets wordt verrekend met het brutoloon van de werknemer of dat een werknemer enkele verlofdagen inlevert in ruil voor de fiets. Gemiddeld worden zo 4 fietsen verstrekt per werkgever. Dat aantal liep uiteen van 1 fiets bij de kleinste categorie werkgevers tot 73 bij de grootste categorie.
Gevraagd naar het effect van de nieuwe WKR geeft meer dan de helft van de werkgevers (53%) aan de fietsregeling via het cafetariamodel te blijven aanbieden. 13% zal dit niet meer doen. Een substantieel deel van de werkgevers (34%) weet het nog niet.