De Raad deed onderzoek naar het toelaten van (elektrische) voertuigen op de weg naar aanleiding van het ongeval met de Stint en betrok daarbij onder meer de elektrische bakfiets en illegale vervoermiddelen als de elektrische stepjes.
Uit het onderzoek blijkt onder meer dat er voor de toelating van elektrische (bak)fietsen weinig of geen regels gelden, ondanks het feit dat zich de afgelopen jaren ingrijpende – technische en andere - ontwikkelingen hebben voorgedaan.
Zo worden elektrische bakfietsen meer en meer gebruikt voor het vervoer van kinderen. Toch mogen deze voertuigen zonder beoordeling van de veiligheidsrisico’s op de openbare weg gebruikt worden.
Verder worden in toenemende mate licht gemotoriseerde voertuigen op de openbare weg gebruikt die niet formeel via een Europese of nationale procedure zijn toegelaten en waarvoor ook geen vrijstelling geldt. Het betreft een grote verscheidenheid aan voertuigen, waaronder elektrisch aangedreven stepjes, elektrische skateboards en monowheels. Gebruik van dergelijke voertuigen op de openbare weg is illegaal, maar dat is bij de meeste consumenten niet bekend. Voor deze voertuigen, die zowel in Nederland als in het buitenland kunnen worden aangeschaft, geldt dat er geen zicht is op de veiligheidsrisico’s van het gebruik op de openbare weg.
Op basis van zijn bevindingen concludeert de Raad dat bij de nationale besluitvorming over licht gemotoriseerde voertuigen voertuigveiligheid en de consequenties van de toelating voor de verkeersveiligheid onvoldoende worden meegewogen en dat er extra eisen moeten worden gesteld aan reeds toegelaten voertuigen of dat er aanpassing van de infrastructuur moet plaatsvinden.
De voertuigeisen voor nieuwe voertuigen moet worden herzien en illegaal gebruik van ‘verboden’ voertuigen moet worden aangepakt.