De NSI geeft aan hoe veilig een weg is op basis van de kenmerken van die weg. In Amsterdam is men al een tijdje bezig daar ervaring mee op te doen. En een onderzoek van de SWOV samen met de ANWB en de gemeente Amsterdam laat nu zien dat zo’n index inderdaad een werkbare oplossing biedt.
De SWOV legde zo’n 500 km aan 50 km/uur-wegen onder een vergrootglas en verzamelde daar zoveel mogelijk wegkenmerken van. Zo werd per wegvak van 25 meter onder meer de breedte, aantal rijstroken en type wegverharding vastgelegd. Maar ook de aanwezigheid van tram of bus en fietsvoorzieningen werd genoteerd, evenals een groot aantal ander infrastructurele kenmerken zoals de aanwezigheid van uitritten, drempels of parkeervakken.
De gegevens werd gelegd naast de fiets- en auto-intensiteiten. Daarbij bleek dat er een relatie bestaat van bepaalde kenmerken en intensiteiten met geregistreerde verkeersongevallen op die wegvakken.
Naast de intensiteiten van auto en fiets blijkt bijvoorbeeld het aantal kleine kruispunten en aantal rotondes een rol te spelen, evenals de aanwezigheid van tram en/of bus.
Fietsinfrastructuur
Ook veranderingen/overgangen in de fietsinfrastructuur, de duidelijkheid van het verloop daarvan, en de zichtbaarheid van andere weggebruikers speelt mee. Daarnaast wordt de veiligheid beïnvloed door de aanwezigheid van obstakels naast de verharding van de fietsinfrastructuur.
Al het onderzoek en rekenwerk resulterende in het NSI-model, een formule waarmee op basis van de bekende infrastructuurkenmerken en intensiteiten een NSI-score kan worden berekend. De score geeft een indicatie voor de mate van verkeersonveiligheid.
Met de NSI is het nu mogelijk om voor Amsterdam een ordening te maken van 50km/uur-straten naar de mate van verkeersonveiligheid. Daarmee kan de NSI bijdragen aan het gefundeerd selecteren van straten die, met prioriteit, in aanmerking komen voor aanpassingen die de verkeersveiligheid ten goede komen, aldus de SWOV.
Provinciale wegen
De SWOV heeft eerder ook voor provinciale wegen een dergelijk instrument ontwikkeld in opdracht van IPO onder de naam ProMev (Proactief Meten van Verkeersveiligheid). Hiermee kunnen provincies de veiligheid op netwerk-, route-, wegvak- en kruispuntniveau bepalen. Tussen 2014 en 2016 is ProMeV in Gelderland, Drenthe, Groningen en Noord-Holland getest. Omdat de volledige ProMeV-versie zeer arbeidsintensief is en bovendien veel dataverzameling vraagt, heeft SWOV op verzoek van het IPO nu ook een lightversie ontwikkeld waarmee provincie metteen aan de slag kjunnen. Hierbij is gebruikgemaakt van de data die de ANWB in 2012 voor deze wegen heeft verzameld in het kader van EuroRAP.