De afgelopen jaren publiceerde Schepers nieuwe inzichten over eenzijdige fietsongelukken, kruispuntvormgeving en het fietsnetwerk in diverse wetenschappelijke onderzoeken. In zijn proefschrift, geschreven deels in werktijd en deels in eigen tijd, zijn al die belangrijke artikelen gebundeld.

In het laatste hoofdstuk verbindt Schepers een aantal van de resultaten en doet hij aanbevelingen voor verder onderzoek.
Zijn onderzoek naar eenzijdige fietsongelukken wees uit dat bij ongeveer de helft van deze ongelukken de infrastructuur mede een rol heeft gespeeld bij het ontstaan van het ongeluk. Het gaat dan om zaken als gladheid, paaltjes en bermontwerp. Schepers pleit voor meer onderzoek naar het effect van preventieve maatregelen als betere gladheidsvoorziening, het weghalen van paaltjes etc. Hij stelt voor een pilot te houden in een regio waarbij de ziekenhuisregistratie wordt uitgebreid met registratie van de ongevalslocatie.

Omdat een vijfde van alle enkelvoudige fietsongelukken het gevolg is van glijpartijen stelt hij voor te overwegen de vijf hoofdprincipes van duurzaam veilig-wegontwerp uit te breiden met de eis die gaat over de balanceertaak van bestuurders van tweewielers, zoiets als: ‘een ontwerp moet de stabiliteit en de stuurtaak van tweewielers ondersteunen’. Een dergelijke eis zou ook de veiligheid van gemotoriseerde tweewielers ten goede komen.

Schepers nuanceert in zijn proefschrift de conclusies van zijn onderzoek naar de effecten op de verkeersveiligheid van de vervanging van korte autoritten door fietsritten. Dat leidt wel tot een toename van het aantal ernstig gewonden. Maar, schrijft Schepers: ‘Een vervanging van korte autoritten door fietsritten zal een positievere impact hebben op de verkeersveiligheid als deze vervanging op gang wordt gebracht door maatregelen, zoals ontvlechting, die op zichzelf een positief effect hebben op de verkeersveiligheid.’ Als mensen overstappen van auto op fiets vanwege andere factoren, bijvoorbeeld de olieprijs, dan ligt dat anders.

Ontvlechting komt naar voren als een positieve invloed. Meer ontvlochten betekent grotere verblijfsgebieden met doorsteekjes en aparte routes voor fietsers en waar haalbaar ongelijke kruisingen met ontsluitingswegen, zoals fietstunnels en -bruggen. In het proefschrift stelt Schepers dat het moeilijk is te onderzoeken welke individuele maatregelen precies bijdragen aan een veiliger ontvlochten netwerk. Een bloemkoolwijk zorgt ervoor dat de snelheid van auto wordt getemd, maar kan voor fietsers ook moeilijk te herkennen routes opleveren, die wellicht worden gemeden door fietsers omdat ze niet kunnen doorfietsen. Meer onderzoek naar routekeuzes van fietsers is dan interessant.