Nederland is al jaren het fietsland bij uitstek. Vanuit de verschillende duurzaamheidsdoelen, zoals economische bereikbaarheid, leefbaarheid en gezondheid wordt gewerkt aan een toename van het fietsgebruik. Tour de Force – het samenwerkingsverband voor fiets – heeft zich als doel gesteld om te komen tot 20% meer fietskilometers in 2027 (t.o.v. 2017).
De aanleg van Hoogwaardige Fietsroutes wordt gezien als belangrijk instrument om tot die schaalsprong te komen. Om meer inzicht te krijgen in de effecten van de aanleg van deze routes, en daarmee in de effectiviteit van investeringen, is meer een eenduidige dataverzameling nodig. Om deze reden stelt Tour de Force een ‘Eenduidige Meetmethode Hoogwaardig Fietsnetwerk’ beschikbaar. In twee protocollen zijn de metingen van ‘gedrag & beleving’ en ‘gebruik’ op Hoogwaardige Fietsroutes stap voor stap beschreven. Op deze pagina vind je het protocol 'gebruik'. Het protocol 'beleving en gedrag' vind je bij de gerelateerde documenten.
Voordelen standaardisatie
De standaardisatie van de uitvoering en de effectmeting wordt centraal geregeld. Dit levert de volgende voordelen op:
- resultaten zijn bruikbaar voor een landelijke vergelijkbaarheid van investeringen in Hoogwaardige Fietsroutes;
- standaard verrijking van enquêteresultaten leidt tot een directe kwaliteitsimpuls;
- versnelling, toepassing en implementatie van wetenschappelijke concepten;
- toegevoegde waarde voor quick-scan en strategische verkeersmodellen;
- borging en uniformiteit fietskennisontwikkeling en innovatie.
Met een standaardisatie van metingen op Hoogwaardige Fietsroutes zijn we in staat om overal in het land data in te winnen, die in de analyse tot vergelijkbare informatie kan leiden. Dat maakt dat we Nederland-breed beter uitspraken kunnen doen over het gebruik van routes en effectiviteit van investeringen in deze routes.
Gebruik
Bij dit type metingen gaat het om de vraag of er sprake is van een verandering in de hoeveelheid gebruik en gekozen routes als gevolg van infrastructurele maatregelen op Hoogwaardige Fietsroutes. Het gaat hierbij primair om tellingen van het aantal fietsers op de nieuwe infrastructuur. Er zijn talloze manieren beschikbaar om het aantal fietsers te tellen, zoals lussen, slangen, camera’s en radarmetingen.
Net als voor het gestandaardiseerd meten van beleving en gedrag is een eenduidige methode voor verzamelen van teldata ontwikkeld die in dit protocol is beschreven. Er is daarbij rekening gehouden met het feit dat niet elke opdrachtgever behoefte heeft aan dezelfde inzichten. De ene opdrachtgever wenst meer diepgaandere inzichten dan de andere. Bovendien wordt er door diverse wegbeheerders al met een bepaalde frequentie gemeten en is er vooral behoefte om hier aansluiting bij te zoeken. Er is daarom gekozen voor een protocol met een basisniveau dat essentiële inzichten biedt, aangevuld met optionele stappen die diepgaandere inzichten bieden. Op dit moment zijn uitsluitend de stappen met betrekking tot de dataverzameling in het protocol beschreven. In een tweede fase wordt er een eenduidige methode ontwikkeld voor het verrijken en analyseren van de teldata.