Dat schrijft de Raad voor Verkeer en Waterstaat in het advies ‘Einde aan vrijblijvendheid’. Nog te vaak worden nieuwe bedrijventerreinen en publieke voorzieningen ontwikkeld op plaatsen die slecht bereikbaar zijn voor auto, openbaar vervoer of fiets. Rijk en provincies moeten daarom sterker sturen door vooraf in structuurvisies vast te leggen waar wel en waar niet ontwikkeld mag worden. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening biedt provincies de mogelijkheid via provinciale verordeningen en inpassingsplannen de gewenste ontwikkeling af te dwingen. De provincies moeten van deze ’doorzettingsmacht‘ gebruik maken, zo stelt de Raad in het advies.
Als het Rijk en de provincies op deze manier gaan bepalen waar locaties wel en niet mogen worden ontwikkeld dan moeten zij ook zorgen dat die terreinen goed ontsloten zijn. Dat betekent dat zij moeten investeren in goede aansluitingen op het (hoofd)wegennet, het openbaar vervoernet en het fietspadennet.
De Raad adviseert om niet-vrijblijvende samenwerkingsverbanden zoals parkmanagement, verplicht te stellen en bereikbaarheid hierin op te nemen. Zo kunnen gemeenten bij de gronduitgifte of vergunningverlening parkmanagement verplicht stellen en bereikbaarheid, parkeren en mobiliteitsmanagement hierbij onderdeel maken van het verplichte basispakket van parkmanagement.
Succesvolle voorbeelden van afspraken over bereikbaarheid opgenomen in parkmanagement zijn onder meer te vinden in Utrecht (kantorenpark Papendorp) en Waalwijk (industrieterrein Haven). Op deze locaties maakt mobiliteitsmanagement deel uit van het basispakket parkmanagement. Dit is uitgewerkt in vervoerscans, scooterplannen, fiets- en carpoolprogramma’s, en grootverbruikcontracten bij het openbaar-vervoerbedrijf.
Verder adviseert de Raad het puntensysteem mobiliteitsmanagement in het kader van de Wet Milieubeheer in te voeren. Dit systeem heeft tot doel de bereikbaarheid en de luchtkwaliteit te verbeteren.