Het kabinet heeft in het coalitieakkoord 7,5 miljard euro vrijgemaakt om nieuwe woonwijken bereikbaar te maken. Minister Harbers en staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) en minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) hebben bekend gemaakt hoe dit geld besteed wordt.
Naast de fiets gaat het om Rijksinvesteringen in infrastructuur voor het openbaar vervoer (4 miljard euro) en de auto (2,7 miljard euro). Het doel is goede bereikbaarheid en ontsluiting van 400.000 nieuw te bouwen woningen tot en met 2030.
Bij de 780 miljoen voor de fiets gaat het onder meer om maatregelen zoals doorfietsroutes en nieuwe fietsenstallingen bij OV-knooppunten. Bijvoorbeeld bij de stations in Utrecht en Goes, waar in totaal 3500 nieuwe plekken komen.
Daarnaast komen op tal van plekken nieuwe tunnels en bruggen voor fietsers en voetgangers. Bijvoorbeeld over rijkswegen, of onder het spoor door, zoals in Wijchen en bij Sittard-Geleen. Zodat de woonwijk aan de andere kant van de weg of het spoor snel en direct per fiets of te voet te bereiken is.
Ook gemeenten en provincies betalen mee aan de fietsmaatregelen. Samen met hun bijdrage komt de totale investering voor de fiets op ruim 1,1 miljard euro.
Het kabinet investeert 1,1 miljard extra in de doorstroming op Rijkswegen. Hiervan wordt 801 miljoen euro uitgegeven aan het uitbreiden van wegcapaciteit op bestaande knelpunten en bij grote nieuwbouwlocaties. 300 miljoen euro wordt besteed aan mobiliteitsmaatregelen, zoals verkeersmanagement.