Voor hun modelstudie gebruikten de onderzoekers data van het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN) en Onderweg in Nederland (ODiN) van 2014 tot en met 2021 en selecteerden ze hieruit de woon-werkritten die in die periode zijn gemaakt met verschillende modaliteiten. De focus lag op elektrische fietsen met trapondersteuning die Nederlanders privé bezitten.
Bezit e-fiets
Uit de resultaten blijkt dat het aantal huishoudens met een elektrische fiets tussen 2014 en 2021 een stabiele groei kende, die tijdens de coronapandemie in 2020 en 2021 versnelde. Diverse sociaaleconomische factoren houden verband met het bezit van een elektrische fiets, zo hebben huishoudens met een auto vaker ook een e-fiets dan huishoudens zonder auto en bezitten huishoudens met een hoger inkomen vaker een e-fiets dan huishoudens met een lager inkomen. Deze verschillen zijn in de loop van der jaren wel afgenomen. Grotere huishoudens bezitten over het algemeen minder vaak een e-fiets dan kleinere maar ook dit verschil is afgenomen.
Ook de woon- en werklocatie hebben invloed op het e-fietsbezit, dat hoger is in de meer landelijke gebieden. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn dat er in stedelijke gebieden veel andere opties voorhanden zijn, de bereikbaarheid groter is en het snelheidsvoordeel van de e-fiets minder uit de verf komt. Het e-fietsbezit neemt wel overal in Nederland toe.
Gebruik e-fiets
In alle leeftijdgroepen neemt het gebruik van de e-fiets voor woon-werkverkeer toe. Onder 60-plussers is het gebruik nog wel het grootst, maar de groep jonger dan 40 groeit. Mogelijk komt dit doordat deze groep tegenwoordig meer open staat voor de e-fiets als vorm van transport die bij hen past, maar ook de pandemie kan een rol hebben gespeeld waarin de e-fiets een goed alternatief bleek voor het ov. Verder nemen vrouwen en hoogopgeleiden nog steeds gemiddeld vaker de e-fiets naar hun werk dan mannen en laagopgeleiden, maar ook deze verschillen nemen af.
In landelijke gebieden groeit naast het bezit ook het gebruik van de e-fiets. Men gebruikt het vaakst een e-fiets voor afstanden tot 10 kilometer. Naar goed bereikbare woon- en werklocaties nemen mensen minder vaak de e-fiets, maar dit is steeds minder een factor van betekenis.
Beleid
De resultaten van de studie dragen bij aan een beter begrip van de factoren die e-fietsbezit en -gebruik beïnvloeden. Dat is belangrijk voor het bepalen van beleid om e-fietsgebruik voor woon-werkverkeer aan te moedigen, en daarmee de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Volgens de onderzoekers vraagt de aanhoudende groei aan e-fietsen om extra faciliteiten als laadmogelijkheden, thuis en op het werk. Bij het maken van beleid is het volgens hen verder belangrijk om de constateren dat de e-fiets geen nichemodaliteit meer is voor ouderen, hoogopgeleiden, hogere inkomens en vrouwen, maar een modaliteit die steeds breder geadopteerd wordt. Tenslotte is promotie van de e-fiets mogelijk effectiever in landelijke gebieden dan in stedelijke gebieden.
De
resultaten van deze studie zijn in maart online gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Transport Geography.