De tram moet voorrang blijven houden op het overige verkeer. Hoewel de (voormalige) Raad voor de Transportveiligheid eerder stelde dat die positie tot de nodige onduidelijkheid leidt, vindt de Adviesdienst Verkeer en Vervoer dat de uitzonderingspositie van de tram zo moet blijven.

Door de aard van het systeem en het vervoermiddel is dit wel degelijk gewenst en noodzakelijk en bovendien kan die positie niet zonder forse ingrepen en bijkomende kosten ongedaan gemaakt worden, zo stelt AVV in het rapport 'Veiligheid tram en wegkruisingen'.
In het rapport gaat AVV in op de inpassingproblematiek van tram- en lightrailsystemen bij wegkruisingen. Jaarlijks vallen circa acht doden per jaar bij tramongevallen, over het algemeen voetgangers, fietsers of brom-/snorfietsers.
Bij de problematiek van de inpassing van trams in het overige wegverkeer spelen twee aspecten een rol, namelijk de formele inpassing (wet- en regelgeving) en de praktische inpassing. En dat spoort nu vaak niet met elkaar, zo constateert AVV.
In het rapport doet AVV een aantal algemene aanbevelingen. Zo vindt men dat er voor alle tramsystemen een uniforme checklist moet komen om de actuele veiligheidssituatie op elk moment van het proces, zowel tijdens de planvorming, ontwerp, als gebruik en beheer, te kunnen toetsen tegen de gewenste situatie. En er moet een CROW-rapportage komen, specifiek gericht op tramveiligheid.
Verder wordt in het rapport ingegaan op enkele specifieke situaties, zoals wanneer de tram rechtdoor rijdt en het overige verkeer kruist, of als een tram een voorrangsrotonde doorsnijdt.
Zie bron: Veiligheid tram en wegkruisingen