Dit blijkt uit een enquête van de Fietsbond onder ruim 5000 fietsers.
Fietsers geven aan zich in het donker het meest onveilig te voelen in het buitengebied (55%), in of rondom tunnels (49%), in parken zonder verlichting (48%) en in bosrijk gebied (43%).
Ze zijn vooral bang om aangereden (56%) of om lastig gevallen te worden (vrouwen 74%, mannen 34%) tijdens hun fietsrit in het donker. 31% van de respondenten heeft wel eens te maken (gehad) met straatintimidatie op de fiets in het donker; vrouwen twee keer vaker dan mannen.
Van de mensen die aangeeft nooit in het donker te fietsen, zegt 54% dat te doen omdat zij zich onveilig voelen. 12% van de respondenten geeft aan zich nooit onveilig te voelen tijdens een fietsrit in het donker.
Fietsers nemen zelf ook maatregelen om zich prettiger te voelen voordat ze op de fiets stappen. Goede fietsverlichting (82%), sneller fietsen (32%) en samen fietsen of een andere route nemen (beide 28%) zijn de belangrijkste maatregelen. Daarnaast grijpt de jongere leeftijdscategorie vaker naar de telefoon om zich veiliger te voelen, door een appje te sturen voor of na het fietsen of iemand te bellen onderweg.
De Fietsersbond stelt dat het onderzoek niet representatief is voor de Nederlandse bevolking, onder meer om dat de gemiddelde leeftijd van de deelnemers op 60,4 jaar lag.
Daarom is meer onderzoek nodig waarbij ook zaken als het tijdstip waarop mensen in het donker fietsen en hoe vaak men in het donker fietst en hoe druk het is worden meegenomen.
Ondertussen hoopt men wel dat aandacht voor sociale veiligheid expliciet opgenomen wordt in beleidstrajecten rondom mobiliteit én in aanbestedingen en uitvoering van fietsprojecten.
Om meer aandacht te vragen voor het thema organiseert de Fietsersbond sinds 2020 speciale Meefietslijnavonden in het land waarbij het voor fietsers mogelijk is om telefonisch te worden vergezeld.