In de praktijk werkt het waarborgfonds naar tevredenheid, zo meldt Dirk Robbeets, schepen van mobiliteit in Leuven. “Bij betwistingen wordt die aangewend, en dat is al een paar keer gebeurd in het verleden.” De stad Leuven heeft twee toezichthouders in dienst die waken over het werk van nutsmaatschappijen. Zij controleren de reparaties en beslissen of ze al dan niet moeten overgedaan worden. Om de twee weken is er overleg met alle nutsmaatschappijen. Daarbij wordt ook bekeken of planningen zijn te combineren om zo weinig mogelijk ongemak te veroorzaken voor de fietsers. Leuven hanteert daarbij de regel dat bij de aanleg van een nieuw fiets- en voetpad de nutsmaatschappijen op die plaats minstens vijf jaar geen werk mogen uitvoeren, op sommige plaatsen zelfs tien jaar.