Waarom fietsen Nederlanders meer?

  • Soort:Nieuws Fietsberaad
  • Datum:11-01-2019
Inspanningen om meer mensen op de fiets te krijgen leiden er niet zozeer toe dat meer mensen gaan fietsen, maar dat veel mensen blijven fietsen. Dat betoogt Harry Oosterhuis, assistent professor aan de Maastricht University. Oosterhuis, werkzaam aan de Faculty of Arts and Social Sciences van de Maastricht University, is gespecialiseerd in de geschiedenis van het fietsen en het fietsbeleid.

veel_fietsen.jpgIn het onlangs verschenen boek  ‘Invisible Bicycle, Parallel Histories and Different Timelines’ wijdt hij een uitgebreid hoofdstuk aan mogelijke verklaringen voor de verschillen in fietsbezit en -gebruik in verschillende landen. Waarom wordt in Nederland en Denemarken veel meer gefietst dan bijvoorbeeld in de VS of Australië? Zijn die verschillen mogelijk te verklaren op grond van geografische-, klimatologische-, omgevings- of infrastructurele omstandigheden? Of spelen demografische aspecten een rol? En heeft de fiets in sommige landen misschien een imagoprobleem?

Oosterhuis komt tot de conclusie dat het klimaat en de geografische omstandigheden de verschillen in ieder geval niet verklaren. Want Nederland en Denemarken zijn in dat opzicht niet veel anders dan bijvoorbeeld Engeland en Ierland, waar men aanzienlijk minder fietst.

De omgeving – met name de dichtheid van de bebouwing - heeft een relatie met fietsgebruik. De verschillen tussen Nederland en de VS laten dit duidelijk zien. Maar daarmee zijn ze nog verklaard. Volgens Oosterhuis kan ook het omgekeerde het geval zijn. Het hoge fietsgebruik zal in ons land geleid hebben tot een hogere bebouwingsdichtheid.

De kenmerken van de fietsgebruikers verschillen trouwens aanzienlijk per land. Oosterhuis noemt als voorbeeld België, waar de fiets meer in zwang is bij lager opgeleiden en de lagere inkomens. In landen als Denemarken, maar ook in de VS, fietsen juist de hoger opgeleiden. En in landen met een laag fietsgebruik, zoals de VS, Canada en Engeland zijn jongeren en studenten oververtegenwoordigd. In Frankrijk en België fietsen meer mannen dan vrouwen; in Nederland, Scandinavië en Duitsland vormen de fietsgebruikers een doorsnee van de bevolking. Dat heeft deels te maken met het imago van de fiets. Dat verschilt niet alleen van land tot land, maar ook in de tijd. In Nederland is de fiets een ‘werkpaard’, in andere landen is het een vervoermiddel voor armelui of juist een trendy vervoermiddel.

Betere fietsinfrastructuur leidt volgens de bevindingen van Oosterhuis niet a proiri tot meer fietsen. De sterke toename van het fietsen in Nederland speelde zich vooral af in het begin van de 60-jaren, terwijl door de extra inspanningen die eind 90-er jaren op gang kwamen met onder meer het Masterplan Fiets de groei niet verder toenam. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor Duitsland. En in landen als de VS, Canada en Australië leiden extra investeringen in fietsinfrastructuur niet tot meer fietsers.

Aan de andere kant zou de fiets in Nederland wellicht zijn teruggedrongen zonder deze maatregelen, waarbij ook het afremmen van het autoverkeer in binnensteden de modal-splitverdeling op niveau heeft weten te houden, constateert Oosterhuis. Ook biedt de fiets een tegenwicht tegen andere maatschappelijke ontwikkelingen, zoals toenemende reisafstanden en de vraag naar openbaar vervoer.

De historie van de fiets laat zien, concludeert Oosterhuis, dat het verstandig is om de focus van het fietsbeleid meer te verleggen van rationele planning naar nudging-strategieën. Daarmee kan men via de meer subtiele socio-psychologische en culturele ingangen de gewoonten en houding - die zo’n belangrijke rol spelen in het mobiliteitsgedrag- beïnvloeden.

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Waarom fietsen Nederlanders meer?

Scroll naar boven