Buitenmodel-fietsen, fietsen die niet of slecht in de standaardrekken passen, zijn een toenemend probleem. In samenwerking met NS en Prorail, heeft CROW-Fietsberaad de omvang hiervan in kaart gebracht en een advies opgesteld hoe hier mee om te gaan.
Het rapport dat het Fietsberaad hierover produceerde maakt onderscheid tussen ‘sterk afwijkende fietsen’ (ligfietsen, bakfietsen, scootmobielen, brommers en scooters) en ‘beperkt afwijkende fietsen’. De eerste groep is vrij klein: ongeveer 3 procent. De groep ‘beperkt afwijkende fietsen’ is echter aanzienlijk: ongeveer 35 procent. Binnen deze groep zijn er fietsen die afwijken vanwege hun afmetingen: bijvoorbeeld dikkere banden, een breder stuur, en meer gewicht dan de standaarden waar men bij het keurmerk voor fietsparkeervoorzieningen, Fietsparkeur, van uit gaat. Daarnaast zijn er fietsen die afwijken vanwege accessoires. Vooral fietsen met fietstassen (13 procent van de stallers heeft ze), en fietsen met kratjes en manden voorop (9 procent van de stallers), zijn hier de belangrijke categorieën.
Het voorstel is om een aantal pilots te doen waarbij naast de huidige ‘compactplekken’, ook ‘plusplekken en dubbelplusplekken’ worden aangeboden. De plusplekken bieden meer ruimte per plek maar hebben een ongunstiger plek in de stalling, waardoor niet iedereen ze zal gaan gebruiken. Voor de dubbelplusplekken betalen mensen meer maar daarvoor krijgen ze, naast meer ruimte, ook een goede locatie in de stalling.