E-fiets niet meer alleen voor ouderen

  • Soort:Nieuws Fietsberaad
  • Datum:23-10-2017

De helft van de met een e-fiets verreden kilometers wordt afgelegd door 65-plussers. Maar ook het gebruik door mensen onder de 65 jaar neemt toe.


Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), gepubliceerd in het rapport Mobiliteitsbeeld 2017.

Tussen 2013 en 2016 is er sprake een verjonging in het gebruik van de e-fiets.  Bij bijna de helft van de e-fiets kilometers zit een 65-plussers in het zadel. Maar volwassenen jonger dan 65 jaar leggen een steeds groter deel van de e-fietskilometers af. Het gebruik van de e-fiets nam tussen 2013 en 2016 onder 12- tot 50-jarigen toe van 16 tot 19 procent van de e-fietskilometers en onder 50- tot 65-jarigen steeg het aandeel van 30 tot 35 procent van alle e-fietskilometers.

In 2016 maakten Nederlanders in totaal 400 miljoen verplaatsingen op de e-fiets waarbij bijna 2 miljard kilometers werden overbrugd.

In totaal leggen personen van 12 jaar en ouder 16 procent van alle fietskilometers af op een e-fiets. Voor 65-plussers is dat 42 procent, voor 50- tot 65-jarigen 23 procent en voor 12- tot 50-jarigen 5 procent.

Naar het werk
Volwassenen tot 50 jaar gebruiken de e-fiets in toenemende mate voor werkgerelateerde verplaatsingen of verplaatsingen van en naar de winkel: bijna 30 procent van alle e-fietsverplaatsingen van volwassenen tot 50 jaar betreft een werkgerelateerde verplaatsing en bijna een kwart betreft verplaatsingen van en naar de winkel.

Hoewel Nederlanders in 2016 vaker met de fiets van en naar het werk gingen dan in 2005, is het merendeel van het groeiend fietsgebruik voor werkdoeleinden te herleiden tot de toename van de daarbij afgelegde afstanden, en dan vooral door veertigers en vijftigers. Dat laatste hangt mogelijk samen met het toegenomen gebruik van de elektrische fiets, denkt KiM.

De leeftijdsgroep tot 30 jaar zorgt er vooral voor dat het fietsgebruik voor verplaatsingen naar en van onderwijsvoorzieningen toeneemt. Dit hangt samen met de hogere onderwijsdeelname in deze groep.

Vrouwen gebruiken de e-fiets vaker dan mannen: vrouwen maken op jaarbasis ongeveer 260 miljoen e-fietsverplaatsingen, mannen gaan 140 miljoen keer met e-fiets op pad. Naar rato van de afgelegde kilometers zijn de verschillen tussen vrouwen en mannen kleiner, wat erop duidt dat mannen per verplaatsing gemiddeld grotere afstanden afleggen dan vrouwen (respectievelijk 5,7 en 4,4 kilometer).

E-fiets reikt verder maar gaat nauwelijks sneller
Per verplaatsing wordt met de e-fiets gemiddeld bijna 5 kilometer afgelegd. Daarmee is de actieradius van de e-fiets een derde groter dan die van de ‘gewone’ fiets (gemiddeld 3,5 kilometer per verplaatsing). Deze verhoudingsgewijs grotere actieradius geldt vooral voor vrouwen. Bij mannen is de afgelegde afstand weliswaar groter maar zijn de absolute verschillen tussen e-fiets en gewone fiets minder groot.

Van alle verplaatsingen per e-fiets reikt bijna 20 procent verder dan 7,5 kilometer en 8 procent verder dan 15 kilometer. Van de gewone fiets gaat 9 procent verder dan 7,5 kilometer en 3 procent verder dan 15 kilometer.

De snelheidsverschillen tussen e-fietsers en ‘gewone’ fietsers zijn beperkt, zo blijkt uit gegevens van het OViN: 12,8 respectievelijk 12,3 kilometer per uur, een verschil van 4 procent.

Dat de snelheidsverschillen kleiner zijn dan de verschillen in afgelegde afstanden, impliceert dat e-fietsers gemiddeld ook langer onderweg zijn. Dat geldt met name voor ouderen. Voor tieners en jongvolwassenen geldt het omgekeerde: het merendeel (70 procent) van de grotere verplaatsingsafstanden kan worden herleid tot de hogere snelheid. Deze resultaten lijken te impliceren dat met name voor ouderen snelheid een minder grote rol speelt in het verklaren van de grotere afgelegde afstanden dan andere factoren zoals het comfort, aldus KiM.

Relatief minder oudere verkeersdoden
Het aantal verkeersdoden onder oudere fietsers neemt in absolute aantallen de laatste jaren toe. De stijging bij de 60-plussers komt echter vooral doordat deze groep in omvang is gegroeid en in 2016 meer fetskilometers aflegde dan in 2005. Het overlijdensrisico, het aantal doden per fietskilometer, was bij de 60-plussers in 2016 wel lager dan in 2005.
Dat geldt ook voor de totale groep fietsers. Het aantal verkeersdoden (+4 procent) is minder snel toegenomen dan het aantal fietskilometers (+12 procent) in de periode 2005-2016. 

Het aandeel in totale mobiliteit van de fiets is overigens gelijk gebleven. Ongeveer 60 procent van het totaal aantal reizigerskilometers gaat per auto. Het treingebruik omvatte zowel in 2005 als in 2016 13 procent van alle reizigerskilometers en het fietsgebruik 8 procent. 

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

E-fiets niet meer alleen voor ouderen

Scroll naar boven