Fietsberaadpublicatie 19b: Grip op fietsongevallen met motorvoertuigen

  • Soort:Aanbevelingen & Richtlijnen
  • Auteur:Otto van Boggelen (Fietsberaad), Paul Schepers (IenM), Peter Kroeze en Maja van der Voet (Ligtermoet en Partners)
  • Uitgever:Fietsberaad
  • Datum:15-04-2011
Jaarlijks komen circa 160 fietsers om het leven bij verkeersongevallen. Deze publicatie richt zich op nieuwe aangrijpingspunten om fietsongevallen met gemotoriseerd verkeer te voorkomen. Aan bod komen het ontvlechten van fiets- en gemotoriseerd verkeer, maatregelen op kruispuntniveau en op voorrangskruispunten binnen de bebouwde kom en de inrichting van kruispunten in relatie tot dodehoekongevallen.

 

Klik op de knop om de link te openen (opent in een nieuw venster)

downloaden
  • Samenvatting: Grip op fietsongevallen met motorvoertuigen (publicatie 19b)

    Nieuwe aangrijpingspunten om fietsongevallen met gemotoriseerd verkeer te voorkomen zijn het ontvlechten van de stromen fiets- en gemotoriseerd verkeer, maatregelen op kruispuntniveau en op voorrangskruispunten binnen de bebouwde kom. Vanwege de ernstige afloop is er speciale aandacht voor de inrichting van kruispunten in relatie tot dodehoekongevallen.

    Ontvlechten
    Minder ontmoetingen tussen fietsers en andere verkeersdeelnemers verkleinen de kans op een ongeval. Door enerzijds het autoverkeer te bundelen op een grofmazig hoofdwegennet en anderzijds grote verblijfsgebieden te realiseren, reduceert men die ontmoetingskans. Daarnaast zorgt een fijnmazig fietsnetwerk voor reistijden die concurreren met de auto. Verder kunnen door de aanpak van ontbrekende schakels nieuwe logische en ontvlochten routes ontstaan. Als die minder langs drukke autowegen lopen, worden fietsers minder blootgesteld aan uitstoot en geluidhinder. De aantrekkingskracht en veiligheid van fietsroutes in verblijfsgebieden kunnen worden vergroot door een comfortabele verharding en het voorkomen van hinder van rijdende en stilstaande auto’s. Daarbij worden steeds vaker fietsstraten toegepast. Om wachttijden bij het kruisen van verkeersaders te voorkomen zijn brede middengeleiders een oplossing. Afhankelijk van de intensiteiten en beschikbare ruimte zijn ongelijkvloerse oplossingen, rotondes en verkeerslichten een optie om te ontvlechten.

    Ongevallen met fietsers die op en langs een voorrangsweg fietsen
    Uit veiligheidsoverwegingen gaat de voorkeur uit naar vrijliggende fietspaden op 2,00 tot 5,00 meter van de rijbaan. Aanbevolen wordt verder om in zijstraten een drempel of uitritconstructie toe te passen, aangezien dit leidt tot een lager risico voor fietsers.

    Tweerichtingsfietspaden zijn onveiliger dan eenrichtingspaden. Dit vraagt om grote terughoudendheid bij de toepassing van dit soort paden. Kiest men voor een tweerichtingspad, dan is het van belang om de oversteekvoorzieningen bij zijwegen zo veilig mogelijk in te richten, onder meer met snelheidsremmers, het wegnemen van zichtbelemmeringen en toepassing van de juiste bebording en markering.

    Fietsers die een voorrangsweg oversteken
    Concentratie van autoverkeer op een beperkt aantal verkeersaders is gunstig voor de veiligheid van overstekende fietsers. Ook concentratie van overstekende fietsers is gunstig. Dit geeft tevens de mogelijkheid gerichte maatregelen te nemen met een hoge kosteneffectiviteit. De aanleg van snelheidsremmende voorzieningen op of voor een kruising werkt voor de veiligheid van overstekende fietsers positief. Op wegen met meer dan twee rijstroken zijn middengeleiders essentieel voor de veiligheid van overstekende fietsers.

    Dodehoekongevallen
    Een groep ongevallen die in omvang relatief beperkt is, maar waarvan de afloop zeer ernstig is zijn dodehoekongevallen met fietsers. Daarbij vallen jaarlijks ongeveer 10 doden en belanden circa 25 fietsers in het ziekenhuis.

    Op kruispunten met verkeerslichten gebeuren relatief veel dodehoekongevallen. Van maatregelen op dit type kruispunt is dan ook relatief veel effect te verwachten. Daarbij kan men denken aan het conflictvrij regelen van auto- en fietsstromen. Of aan een voorstart en een terugliggende stopstreep ten gunste van de fietsers. Verder is een ruime afstand (5,0 meter) tussen rijbaan en fietspad gunstig. Ook kan men een rechtsafverbod voor vrachtauto’s overwegen. Andere maatregelen zijn het weren van vrachtauto’s in bepaalde uren (bijvoorbeeld op schoolroutes) of op bepaalde wegen (door het instellen van zogenaamde kwaliteitsnetwerken voor het goederenvervoer).

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Fietsberaadpublicatie 19b: Grip op fietsongevallen met motorvoertuigen

Scroll naar boven