Dat blijkt uit de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse 2017 van het ministerie van IenM. De analyse komt eens in de vier jaar uit en geeft een beeld van de ontwikkeling van de mobiliteit op de lange termijn, tot 2040.
De analyse laat zien dat de mobiliteit in het personen- én het goederenvervoer toeneemt. In het personenvervoer is de groei vooral zichtbaar bij de auto met 17% in een laag groeiscenario tot 44% in een hoog groeiscenario. Ook het treingebruik neemt toe (+27% tot +45%). In mindere mate is er groei bij bus, tram en metro (+8% tot +31%).
Het totale aantal fietskilometers zal tot 2040 alleen in het hoge scenario groeien (+3%), in het lage scenario voorspellen de modellen zelfs een beperkte afname van het aantal kilometers (-4%).
In de steden is echter sprake van sterkere groei van de fiets. En fietsen neemt, in lijn met de groei van het gebruik van het OV, sterk toe in het voor- en natransport (+15% - +30%). Voor- en natransport per fiets heeft echter een laag aandeel in het totaal aantal fietskilometers (+5% - +10%).
Bij de analyses horen wel enkele kanttekeningen. De lage groei van de fiets kan verklaard worden door het stijgende gebruik van de auto en OV. Door de economische groei en dus inkomensgroei, dalende kosten van betaald vervoer in de scenario’s en verbeteringen in het netwerk (weg en OV) is er met name sprake van een groei van OV- en autoverplaatsingen en -kilometers. Daarnaast zijn voor de fiets geen kwaliteitsverbeteringen in het netwerk verondersteld. Dat is bij de auto en het OV wel het geval. Dit betekent in beide gevallen dus een betere “concurrentiepositie” voor auto- en OV-vervoerwijzen ten opzichte van de fiets. Tot slot heeft het beschikbaar stellen van een OV-studentenkaart voor MBO-studenten jonger dan 18 jaar ook een negatief effect op het fietsgebruik van die groep.
In alle scenario’s is wel te zien dat de afstanden die met de fiets worden afgelegd langer worden. Hierin is het effect van de e-bike terug te zien. Het aandeel van de e-bike kan richting de toekomst harder stijgen. Ook kan het beleid voor fietsers in de stad een vlucht nemen (verbetering van netwerken). Dan blijkt dat het fietsgebruik veel harder (+28%) kan groeien dan in het referentiescenario.