Geef fietsers (en automobilisten) voldoende ruimte in een fietsstraat

  • Soort:Nieuws Fietsberaad
  • Datum:01-04-2019
De Fietsstraat anno 2005 had vaak smalle rijbanen en brede hobbelige rabatstroken. In nieuwe aanbevelingen van CROW-Fietsberaad worden die ontwerpprincipes losgelaten. Het idee om fietsers te bewegen meer middenop te fietsen blijkt averechts uit te pakken. Want fietsers laten zich makkelijk verdringen.


Aan de totstandkoming van nieuwe aanbevelingen ‘Fietsberaadnotitie aanbevelingen fietsstraten binnen de kom’ is de nodige studie vooraf gegaan. Het begon met een aanzet in de vorm van een discussienota die breed werd bediscussieerd in zeven themabijeenkomsten, in 2016 gevolgd door een uitgebreid onderzoek op 11 verschillende fietsstraten.

De belangrijkste les die – vooral op basis van het laatste onderzoek – is geleerd: auto- en fietsintensiteiten hebben grote invloed op het functioneren van fietsstraten. Maar, de intensiteiten kunnen niet los gezien worden van de beschikbare rijbaanbreedte.

De achterliggende allesbepalende factor is het aantal hinderlijke en gevaarlijke "ontmoetingen" met het autoverkeer, waar een gemiddelde fietser mee geconfronteerd wordt. Het kan gaan om een automobilist die dicht achter een fietser blijft rijden, een automobilist die bij het inhalen onvoldoende afstand houdt of een
automobilist uit de tegenrichting die op het laatste moment ruimte maakt voor de fietser.
Vanwege de onderlinge samenhang tussen auto-intensiteiten, rijbaanbreedte en fietsintensiteiten is het niet mogelijk eenvoudige intensiteitscriteria te geven voor de toepassing van fietsstraten. Grosso modo kun je stellen dat de maximale auto-intensiteit varieert van 200 mvt/uur bij weinig fietsers tot 400 mvt/uur bij relatief veel fietsers. De bijbehorende rijbaanbreedte is 6 tot 7 meter. Bij voldoende fietsverkeer is de bovengrens voor de auto-intensiteit dus aanzienlijk hoger dan de 250 mvt/uur die nu vaak wordt aangehouden. De gewenste rijbaanbreedte is echter ook groter dan momenteel gebruikelijk is.

De bijbehorende verhouding fiets/auto varieert van 0,5/1 tot 1/1. Dat is aanzienlijk soepeler dan het criterium uit de vorige Fietsberaadpublicatie (2005), waarin gesteld werd dat dat het aantal fietsers twee keer zo hoog moet zijn als het aantal motorvoertuigen, om een fietsstraat te mogen toepassen.
 
Met een nieuwe Excel-tool die door CROW-Fietsberaad is ontwikkeld is nu nauwkeurig uit te rekenen wat de rijbaanbreedte moet zijn voor een fietsstraat om bij fietsers een voldoende te scoren, op basis van een maatgevende voertuigcombinatie. Dat kan betrekking hebben op motorvoertuigen en fietsers, maar op motorvoertuigen en fietsers onderling.
Als we de gewenste rijbaanbreedte weten, is met behulp van de Tool ook het gewenste profiel te bepalen. Bijvoorbeeld één of twee rijlopers. En wat zijn dan precies de afmetingen van de rijloper, rabatstroken en middenstrook? Bij bredere rijbanen (6,5 meter) kan overigens veelal gekozen worden tussen een fietsstraat met twee rijlopers of fietsstroken met één smalle rijloper voor het autoverkeer. De onderzoeken geven een duidelijke indicatie dat de fietsstrokenoptie vergelijkbaar presteert met een fietsstraatprofiel met twee rijlopers, mits de fietsstroken breed genoeg zijn (> 2 meter).
 
De nieuwe aanbevelingen benadrukken dat een fietsstraat dit predicaat pas verdient als redelijkerwijs aan deze voorwaarden is voldaan. Daar komt bij dat de rijlopers voor het fietsverkeer worden uitgevoerd in rood of roodachtig asfalt. En de middenstrook mag van klinkers zijn, maar dan wel strak gestraat en naadloos aansluiten bij de rijlopers.

Dit alles kan dan worden bevestigd met het Fietsstraatbord L51, dat nadrukkelijk de voorkeur verdient boven allerhande zelf ontworpen fietsstraatborden.

De Tool waarmee de Fietstraten zijn te dimensioneren (Ontmoetingsvoorspeller gemengde profielen) is te vinden onder de Gerelateerde documenten.

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Geef fietsers (en automobilisten) voldoende ruimte in een fietsstraat

Scroll naar boven