Van de ondervraagden bleek 43% bekend met ’Zoef’. 57% van de inwoners weet niet wat er mee wordt bedoeld. Maar de verbeteringen aan de infrastructuur zijn wel door 73% opgemerkt en 69% kent de bewaakte stallingen, 66% kent de wachttijd-voorspellers. Het minst bekend is men met de mobiele fietsenmakers, de uitbereiding van fietsenstallingen bij bedrijven aan de route en de routeonderzoeken en educatieopdrachten voor scholieren.
Uit het onderzoek blijkt verder dat rrespectievelijk 50% en 49% van de
respondenten die de route in zowel 2010 als 2006 gebruikten vinden dat de veiligheid en het rijcomfort op de route zijn toegenomen. Een op de drie gebruikers zegt dat de informatievoorziening is verbeterd. En een kwart vindt dat ook de servicemaatregelen verbeterd zijn.
Met uitzondering van ‘naar school gaan’ wordt de route voor alle motieven in 2010 vaker gebruikt dan in 2006. Daarbij ligt het aandeel recreatieve gebruikers hoog (71% in 2010 gebruikt de route voor recreatieve doeleinden). Bijna een op de drie (29%)
bewoners rond de Zoefroute gaat over het traject naar het werk: een stijging van 7% in vergelijking met 2006.
In totaal geeft 68% geeft aan vaker te fietsen maar dat wordt door de ondervraagden meestal niet in verband gebracht met de verbeteringen: 15% van de ondervraagden geeft aan vaker gebruik te zijn gaan maken van de Zoefroute omdat deze wordt opgeknapt. 53% fietst meer over de Zoefroute, maar geeft aan dat dit niet te maken heeft met de opknapwerkzaamheden. 32% van de respondenten gebruikt de route niet vaker dan in 2006.