Hij lijkt op een elektrische fiets, maar de gewone e-fiets biedt trapondersteuning tot 25 km/uur, de speed-pedelec tot 45 km/uur. Daarom wordt speed-pedelec wettelijk aangemerkt als bromfiets, hetgeen onder andere inhoudt dat hij binnen de bebouwde kom vaak naar de rijbaan wordt verwezen.
Maar speed-pedelecs rijden binnen de bebouwde kom vaak langzamer dan de toegestane 45 km/uur, zo stelt de provincie Gelderland. In een aantal gevallen paste de provincie daarom de regels aan voor de positie van de speed-pedelec op de weg. Op 16 provinciale wegvakken, variërend in lengte van enkele honderden meters tot enkele kilometers, werden maatregelen genomen. Op locaties - waar een provinciale weg door de bebouwde kom loopt - mag de speed-pedelec ook van het fietspad gebruik maken.
Deze fietspaden zijn herkenbaar aan het onderbord ‘Speed-pedelecs toegestaan’, onder het bord ‘Verplicht fietspad’. Speed-pedelecs mogen hier wettelijk gezien met een maximumsnelheid van 30 km/uur rijden. Gaan ze toch de rijbaan op, dan geldt een maximumsnelheid van 45 km/uur. Traditionele bromfietsers blijven op de rijbaan. In aansluiting op het besluit van de provincie Gelderland heeft ook de gemeente Wageningen de speed-pedelec op een aantal fietspaden binnen de bebouwde kom toegestaan.
Voorkeur voor fietspad
Het effect van de maatregel is onderzocht door bureau Keypoint. Voor het onderzoek zijn 30 speed-pedelecrijders voorzien van een actie-camera die hun rijgedrag in beeld brengt. Ook zijn de fietsers met vaste camera’s in beeld gebracht. Zo was te zien of de speed-pedelecrijders voor de rijbaan of het (brom-)fietspad kozen, hoe snel ze reden en hoe andere gebruikers reageerden. Daarnaast is fietsers gevraagd of ze de regels cq. de bedoeling van de onderborden begrijpen.
Op basis van de enquêtes blijkt dat speed-pedelecrijders een duidelijke voorkeur hebben voor het rijden op het fietspad op de uitzonderingstrajecten. Uit de enquêtes blijkt verder dat deze voorkeur ook bestond voordat de uitzonderingsmaatregel werd ingevoerd. Dit beeld wordt ondersteund door de beelden van het observatieonderzoek en het actie-cameraonderzoek. Daaruit blijkt tevens dat speed-pedelecrijders ook buiten de uitzonderingstrajecten veelal op het fietspad rijden.
Als reden noemen speed-pedelecrijders dat ze zich veiliger voelen op het fietspad en dat ze vaak op onbegrip van automobilisten stuiten wanneer zij op de rijbaan rijden. Daar komen in enkele gevallen ook grote snelheidsverschillen en onvriendelijk gedrag van auto’s bij, wanneer men wel op de rijbaan rijdt. Een andere vaak reden is dat op het fietspad in ieder geval ‘s ochtend vroeg (bijna) geen verkeer is, terwijl op de rijbaan veel auto’s rijden.
Grote snelheidsverschillen
De snelheidsverschillen tussen speed-pedelecrijders en andere fietsers zijn groot, zeker in de bebouwde kom waar de fietsintensiteiten relatief groter zijn. Op het fietspad binnen uitzonderingstrajecten wordt een gemiddelde kruissnelheid gehaald van 33,3 km/uur, met grote verschillen tussen individuele speed-pedelecrijders. De gemeten gemiddelde kruissnelheden variëren van 27 km/uur tot 40 km/uur.
Ten aanzien van het inhaalgedrag komt het vaak voor dat de speed-pedelecrijder niet belt, niet vertraagt en gewoon inhaalt. Dit gebeurt in de meeste gevallen op hoge snelheid (sneller dan 30 km/uur, in enkele gevallen 40 km/uur). Ongeveer één derde van de speed-pedelecrijders remt iets af bij inhalen.
Geen onveilige situaties
Tijdens de onderzoeksperiode zijn geen verkeersonveilige situaties waargenomen, waarbij de speed-pedelecrijder of overig verkeer zichtbaar hard moest remmen of moest uitwijken. Wel is risicovol gedrag waargenomen dat een verkeersonveilige situaties had kunnen veroorzaken.
Wanneer de beschikbare passeerruimte klein is, bijvoorbeeld door een smal fietspad, of door een groep fietsers op het fietspad, belt de speed-pedelecrijder wel, vermindert deze vaart en passeert hij/zij op het moment dat de fietser(s) ruimte heeft/hebben gemaakt.
De snelle fietsers zijn overigens maar beperkt bekend met de (maximum)snelheidsregels, zo blijkt verder.
De borden werden door 36% van alle passanten niet begrepen. De onbekendheid met de term “speed-pedelec” bleek de belangrijkste reden.
De onderzoekers vragen zich op grond van deze resultaten af of het uitbreiden van het aantal uitzonderingstrajecten de beste oplossing is. Men kan ook een omgekeerde uitzonderingsmaatregel invoeren: speed-pedelecs verplicht op het fietspad, maar daar waar intensiteiten of ruimte op het fietspad het niet toelaten in het kader van verkeersveiligheid, wordt de speed-pedelec uitgezonderd en moet hij op de rijbaan. Om dit in te voeren, moet wel wetgeving worden aangepast.
De provincie Gelderland heeft op grond van deze resultaten besloten de huidige regelingen te handhaven.