Dat valt af te leiden uit het overzicht dat IPO maakt van de activiteiten van de provincies ten aanzien van de fiets. IPO concludeert dat de provincies al krachtig inzetten op fietsbeleid. 'In totaal gaat het om een bedrag van meer dan 350 miljoen euro. Provincies investeren in infrastructuur, verkeerseducatie en -voorlichting, recreatie en toerisme en plattelandsbeleid.'
Uit het overzicht blijkt dat de provincies de komende jaren vooral inzetten op uitbreiding of afronding van het interlokale fietsnetwerk. Bijvoorbeeld in de vorm van het wegwerken van knelpunten of de aanleg van fietssnelwegen, die bijvoorbeeld in Groningen Friesland en Drenthe hoog op de rol staan. Uitzondering is een provincie als Zeeland, waar 90% van de infravoorzieningen klaar zijn en waar het accent meer komt te liggen op kwaliteitsverbeteringen.
Een aantal provincies legt het accent nadrukkelijk op verbetering van de verkeersveiligheid, met name Gelderland, onder meer via de aanpak van schoolroutes.
Gedragsbeïnvloeding heeft in een paar provincies prioriteit. Het stimuleren van fietsen door speciale campagnes wordt expliciet genoemd door Friesland, Overijssel, Utrecht en Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant. Het verbeteren van fietsvoorzieningen bij OV-haltes en op stations staat hoog genoteerd in Friesland, Overijssel, Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland.
Op de vraag 'Wat is een tandje er bij?' verwijzen de meeste provincies naar al ingezet beleid. Friesland denkt extra inspanningen te kunnen leveren als het gaat om oplaadpunten voor elektrische fiets en permanente telpunten. Utrecht zou meer willen doen aan ketenverplaatsingen en de herkenbaarheid van regionale hoofdfietsroutes.