Alle zeven stadsregio’s in ons land beschikken over een regionaal fietsnet. Het fietsnetwerk omvat de hoofdfietsnetten van de afzonderlijke gemeenten plus de hoofdfietsroutes die de belangrijkste kernen en bestemmingen binnen de regio met elkaar verbinden.
De meeste stadsregio’s zijn al een heel eind op streek met de realisering van dit netwerk. De fietsprojecten die nu nog resteren zijn vaak de lastigere, complexere en duurdere projecten, of de projecten met wat minder prioriteit.
Voor de realisering van deze projecten is de stadsregio afhankelijk van de medewerking van de betrokken wegbeheerder: gemeente, provincie of wegbeherend waterschap of recreatieschap. De stadsregio zelf is immers geen wegbeheerder. Daarom werken alle stadsregio’s met een subsidieregeling.
Diverse stadsregio’s worstelen inmiddels met de vraag hoever ze moeten gaan om ook deze laatste projecten gerealiseerd te krijgen. Soms wordt een hoger subsidiepercentage toegekend om de financiële drempels bij de betrokken wegbeheerder te verlagen. Geregeld verricht een stadsregio alvast zelf een haalbaarheidsonderzoek of financiert dit. Een enkele keer fungeert een stadsregio zelfs als opdrachtgever van het project. In het artikel wordt ingezoomd op Haaglanden, Stadsregio Rotterdam, Stadsregio Amsterdam en Regio Twente.